Def Leppard deed ooit dappere pogingen om met iets nieuws voor de dag te komen, maar het lijkt eindelijk tot de band doorgedrongen te zijn dat daar geen hond op zit te wachten. Dus grijpt de trots van Sheffield op dit twaalfde studioalbum terug op het beproefde geluid van de jaren tachtig: veel elektronica, galmende drums en mierzoete koortjes. Ik mis op Def Leppard – het album – alleen de songs en de obsessieve aandacht voor details die vooral Hysteria uit 1987 zo onweerstaanbaar maakten. De band plunderde trouwens niet alleen het eigen verleden. Na Kid Rock gaat nu Def Leppard in Sea Of Love aan de haal met de akkoorden van Lynyrd Skynyrd’s Sweet Home Alabama en het broeierige Man Enough lijkt als twee zweetdruppels op Another One Bites The Dust van Queen. Los hiervan blijft het geluid van Def Leppard heel herkenbaar en biedt het album genoeg vakmanschap. Er staat echter niets op wat de groep zelf – of een van de grote voorbeelden – niet al eerder deed. Of beter.
0 Reacties