De regisseur die ons het briljante Romeo & Juliet (de film uit 1996) bracht, komt nu met eveneens een tragisch, giftig liefdesverhaal: Elvis. Baz Luhrmann speelt hiermee slim in op de succesvolle trend van biografische muziekfilms, want na Bohemian Rhapsody over Queen (in mijn ogen de meest verschrikkelijke film sinds Burn After Reading) en Rocketman over Elton John, is het 45 jaar na zijn dood tijd om het verhaal van The King Of Rock & Roll in een glitterend Hollywood-jasje te gieten. Tijdens het Filmfestival van Cannes afgelopen mei ontving de film een twaalf minuten durende staande ovatie. Indrukwekkend. Maar is het die tintelende handen waard?
Elvis richt zich op het leven en de carrière van de bestverkopende soloartiest aller tijden, Elvis Presley, die op 42-jarige leeftijd aan de gevolgen van zijn grote succes overleed. Is dat de schuld van zijn uit Nederland afkomstige manager zonder papieren Colonel Tom Parker (hier gespeeld door Tom Hanks met een ongeloofwaardig Nederlands accent)? Die vraag is het startsignaal van de film die ons middels Parkers herinneringen een idee schetst van Elvis’ te korte leven – wat wel betekent dat we het briljante moment missen dat Elvis in 1954 in de Sun Studio van platenbaas Sam Phillips na een frustrerend doelloze opnamedag zijn eigen versie van Arthur Crudups That’s All Right opnam.
Glitter, glamour en kleurrijke kostuums
Wat volgt, is een flitsende 2,5 uur durende basis voor iedereen die minder bekend is met het werk van de King, gespeeld door de beste Elvis-impersonator die ik ooit heb gezien, Austin Butler – en dat bedoel ik als compliment. Elvis’ fundamentele invloed op zwarte muziek en de gay scene, Elvismania, zijn huwelijk met Priscilla en de geboorte van hun dochter Lisa Marie, zijn vele oerslechte films en het wurgcontract dat hem de laatste jaren voor zijn dood avond na avond de podia in Las Vegas op dwong; het komt allemaal voorbij.
Luhrmanns kenmerkende manier van filmmaken in combinatie met een narratieve soundtrack, maakt van Elvis een gigantisch plezier om naar te kijken. Met name de scènes met bluesartiesten B.B. King en Little Richard in Beale Street, Memphis. Maar wie zich niet laat afleiden door glitter, glamour en kleurrijke kostuums, merkt op dat Luhrmann dezelfde fouten maakt die Bryan Singer bij Bohemian Rhapsody maakte.
Typisch Amerikaans
Tenenkrommende, typisch Amerikaanse scènes waarin historische gebeurtenissen naadloos verweven worden met het leven van de hoofdpersoon, de angst om diezelfde hoofdpersonages onflatteus maar realistisch in beeld te brengen (Elvis wordt niet veel dikker dan een student aan het eind van z’n studietijd en de luiers die hij in z’n laatste jaren droeg zijn onzichtbaar), de drang om een significant gedeelte van iemands carrière in twee of drie zinnen te persen en de oppervlakkige focus op enkel de grootste hits zonder dat we ook maar iets meekrijgen van het creatieve maakproces – alsof Elvis de nummers via z’n vetkuif kreeg geteleporteerd.
Maar geeft dat iets? Elvis is duidelijk een film gemaakt voor het grote publiek en hongerige filmliefhebbers, die maar al te graag tussen de schreeuwende tienermeisjes getuige waren geweest van dit razende popfenomeen.
Elvis draait nu in de bioscoop. Lees hier meer filmrecensies van Lust For Life Magazine. Meer lezen over Elvis Presley? Bekijk hier Lust For Life 028, met een coverstory over The King!
Foto: Warner Bros Pictures
1 Reactie
Goeie recensie, toch een kippenvel film.