‘My Life As A Byrd, Burrito Brother, And Beyond’, luidt de subtitel van Chris Hillmans onlangs verschenen autobiografie Time Between. Dat ‘beyond’-deel behelst nogal wat, want na zijn baanbrekende werk bij The Byrds en The Flying Burrito Brothers had de muzikant succes bij onder meer Manassas en The Desert Rose Band, en werkte hij met wijlen Tom Petty aan zijn meest recente soloalbum Bidin’ My Time. Lust For Life sprak de inmiddels 76-jarige countryrockpionier over zijn fascinerende boek en inmiddels legendarische ex-collega’s: “Gram Parsons was als een broer voor me.”
Zelfs als The Byrds alleen maar die ene doorbraaksingle uit 1965, Mr. Tambourine Man, had opgenomen, werd dat kwintet hoogstwaarschijnlijk alsnog gezien als een van de belangrijkste formaties ooit. Die Bob Dylan-cover betekende namelijk de geboorte van de folkrock. Met Gene Clark, Roger McGuinn en David Crosby beschikte de band zelf echter ook over getalenteerde songwriters en op de lp Younger Than Yesterday (1967) bloeide Chris Hillman eveneens op als zanger en schrijver. De bassist bleek al die tijd het geheime wapen van The Byrds te zijn geweest. Samen met Gram Parsons, die zich iets later aansloot bij de groep, ontwikkelde hij bovendien een nieuw genre: countryrock. Een muziekstijl die zij verder zouden verkennen bij de al bijna even invloedrijke Flying Burrito Brothers.
Naast al die Byrds-coryfeeën kwamen meer interessante muzikanten op Hillmans pad. Zo rekruteerde Stephen Stills hem voor de veelzijdige groep Manassas en vormde hij met de onvolprezen singer-songwriter J.D. Souther en Poco-zanger Richie Furay korte tijd The Souther-Hillman-Furay Band. In Time Between blikt de sympathieke Amerikaan terug op deze (en latere) succesvolle projecten en is hij ook openhartig over onder meer de zelfmoord van zijn vader, die hem een groot deel van zijn leven achtervolgde. En hoewel Hillman op een gegeven moment bandmaat Gram Parsons ‘een verwend rijkeluisjongetje’ noemt, schrijft hij liefdevol over alle muzikale talenten die een rol speelden in zijn loopbaan. Deze autobiografie moest wat dat betreft een en ander rechtzetten, zo beaamt de auteur wanneer hij Lust For Life een kwartiertje te woord staat.
In het boek schrijf je dat je voor eens en altijd onjuistheden wilde wegnemen die de afgelopen decennia opdoken in biografieën over The Byrds en The Flying Burrito Brothers.
“Correct. Sommige verhalen die ik las waren gewoon niet de waarheid. En ik was erbij, dus ik weet dat ze inaccuraat zijn. Ik schreef deze autobiografie om die zaken op te helderen, maar ook voor mijn kinderen. Meer had ik in eerste instantie niet voor ogen. Toen BMG interesse toonde om het boek te publiceren, begon ik een groot deel ervan te herschrijven en mijn vrouw hielp me er een samenhangend geheel van te maken. Ik had niet kunnen voorzien hoe goed het boek ontvangen zou worden.”
Waren er ook misvattingen over jezelf die je wilde aanstippen in dit boek, bijvoorbeeld dat sommigen je misschien vooral, onterecht, zien als ‘de bassist van The Byrds’?
“Haha nou, als de lezers mijn carrière een beetje hebben gevolgd, weten ze dat ik meer heb gedaan dan dat. Er zijn wat mij betreft niet echt misvattingen, ik ben wie ik ben. Ik was een bluegrassmuzikant, een bassist, een songwriter, een zanger… al die dingen doe ik nog steeds wanneer ik weer de kans krijg om te toeren. En ik blijf het doen tot de dag waarop ik besluit met pensioen te gaan, maar dat zie ik voorlopig nog niet gebeuren.”
In hoeverre was het schrijven van dit boek een uitdaging voor jou?
“Nou, het scheelde dat ik me alles nog herinnerde. Ik heb bewust niemand met wie ik werkte omlaag gehaald. Er waren een heleboel mensen met wie ik weinig ophad, maar ik heb toch mijn best gedaan om met hen samen te werken. Elke band waar ik deel van uitmaakte, heeft geweldige muziek gemaakt. Daarom wilde ik expres niemand veroordelen of kleineren, ook al hebben sommigen dat misschien verdiend. Het voelde voor mij totaal irrelevant om te schrijven over het drank- of drugsgebruik van anderen – ik bedoel, wat heeft het voor zin? Ik keek naar hun goede kanten.”
Je schrijft inderdaad heel respectvol over het talent van Gram Parsons, maar er waren ook mindere momenten met hem. Het was dus niet lastig voor jou om te bepalen hoe eerlijk je daarover kon zijn?
“Gram Parsons was een geweldige songwriter en we hebben een jaar lang heel goed samengewerkt. Op een gegeven moment kwamen we op het punt waarop dat gewoon niet meer ging en onze wegen zich scheidden. We bleven echter bevriend. Vervolgens bracht ik hem in contact met Emmylou Harris, wat heel goed voor hem uitpakte, maar hij was in zekere zin een gedoemde ziel, de arme man. Hij stierf op 26-jarige leeftijd en het is vreselijk dat we hem op zo’n jonge leeftijd verloren. Ik hield van Gram, hij was als een broer voor me. Af en toe was ik ook pissig op hem, maar ik ben altijd van hem blijven houden. Hij was een geweldige vent. Ik vond het dus niet fair om denigrerend over hem te schrijven. Bovendien bleef The Flying Burrito Brothers ook nadat ik Gram ontsloeg succesvol. We werden echt heel goed ontvangen toen we in het Concertgebouw in Amsterdam optraden en we hadden geen idee dat we zo populair waren in Nederland. Maar dat waren dus de Burrito Brothers zonder Gram en met Rick Roberts.”
Ook Manassas, de band van Stephen Stills waar je je na The Flying Burrito Brothers bij aansloot, bleek het goed te doen in Nederland. Het debuutalbum bereikte hier zelfs nummer 1 in de albumlijst en het allereerste optreden was ook in Amsterdam, nietwaar?
“Dat is juist, ook weer in het Concertgebouw. Manassas was inderdaad heel populair in Nederland – en de rest van Europa trouwens. We hebben daar overal opgetreden en vervolgens gingen we naar Australië en daar bleven we tot we het tijd vonden om afscheid te nemen. Stephen ging verder met Crosby & Nash en ik sloot me aan bij J.D. Souther en Richie Furay in The Souther-Hillman-Furay Band. Maar we zijn nog steeds vrienden, want Stephen is een goede vent. En zo heb ik met niemand problemen, dood of levend. Gene Clark was bijvoorbeeld waarschijnlijk de beste songwriter met wie ik ooit werkte. Ik heb nooit iets met hem samen geschreven, maar ik werkte mee aan al zijn albums nadat hij uit The Byrds stapte. Dat zie ik als een compliment. Al met al heb ik een mooi leven gehad en als ik het zo opsom, denk ik dat iedereen dit boek zou kunnen waarderen. Mijn belangrijkste boodschap hierin is namelijk dat je nooit moet opgeven. Als je ergens naar op zoek bent in je leven, ga er dan voor. En als je een fout maakt en je faalt in eerste instantie, moet je gewoon blijven proberen. Zo ben ik ook gegroeid van bassist bij The Byrds – wat ik overigens geweldig vond om te doen – naar iemand die leerde zingen en schrijven. En nog steeds leer ik beter schrijven, zingen en spelen.”
In het boek noem je de Sweetheart Of The Rodeo-jubileumtournee die je in 2018 met Roger McGuinn ondernam je beste tour ooit. Komt daar nog een vervolg op?
“Ja, ik wou dat iedereen ons toen had kunnen zien spelen. Maar we gaan daar geen vervolg aan geven. Het was puur ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van Sweetheart Of The Rodeo [album van The Byrds uit 1968, red.]. Maar ik heb nog steeds contact met Roger en sterker nog, ik spreek hem over een paar uur weer! We zijn heel close en praten elke week even bij.”
The Byrds wordt vaak gerekend tot de meest invloedrijke bands aller tijden. Wat is jouw verklaring voor het feit dat die muziek nu nog steeds inspireert en tijdloos klinkt?
“De songs die we opnamen zijn tijdloos dankzij de poëzie in de teksten, of het nu nummers van Bob Dylan waren of zelfgeschreven songs als Eight Miles High. Soms namen we ook composities op die niet zo goed waren, maar dat geldt voor iedereen. Je kunt nu eenmaal niet altijd een homerun slaan. Maar het meeste werk van The Byrds is in de afgelopen zestig jaar overeind gebleven en zal dat lange, lange tijd blijven doen. Turn! Turn! Turn! zal bijvoorbeeld altijd een gigantische plek in de muziekgeschiedenis behouden. Het is ook een prachtig lied, met een tekst die direct uit de Bijbel komt. Ik ben trots op The Byrds, want we gingen voor zowel stijl als inhoud in onze muziek – en daar draait het om. Dat heb ik vervolgens geprobeerd vol te houden bij al mijn volgende bands. Als je het mij vraagt, is The Desert Rose Band echter de beste groep waar ik ooit deel van uitmaakte, zowel in vocaal als instrumentaal opzicht. Elke keer dat we samen speelden, gaven we alles. Maar ik was echt gezegend met mijn plek bij The Byrds en ik zal de muziek altijd blijven koesteren.”
Time Between: My Life As A Byrd, Burrito Brother, And Beyond is onlangs verschenen. Foto Chris Hillman bovenaan artikel: Lori Stoll
1 Reactie
Geweldige muzikant en een goed mens.
Ik heb ze in 1970 in het Concertgebouw zien en horen optreden en na het concert heb ik nog kort met hem gesproken over de populariteit van de band in Nederland.
Mooi verhaal heb je ervan gemaakt.