Overleven zonder overheidssteun – deel 2: Paceshifters

We leven inmiddels al ruim een half jaar met corona, waardoor concerten en festivals (bijna) niet georganiseerd kunnen worden. Niet alleen de bekende bands merken de financiële gevolgen, het zijn vooral de onbekende, kleine acts waar wij ons zorgen over maken. Houden zij het financieel nog vol? Worden ze gesteund door de overheid? Hebben ze zelf creatieve oplossingen bedacht? En hoe zien zij de toekomst? Lust For Life sprak met Seb Dokman, zanger/gitarist van Paceshifters.

“Om de coronatijd financieel enigszins door te komen, hebben we begin augustus een campingtour gedaan. We zijn het hele land doorgetrokken zoals we normaal eigenlijk zouden doen om te kamperen. Het begon als een grapje met de bedoeling om vier of vijf dagen te toeren, maar er kwam zoveel animo voor dat we uiteindelijk twee weken lang iedere dag op een andere camping konden spelen. We houden allemaal van kamperen en van muziek maken, dus dit was voor ons een ideale combinatie. Natuurlijk is het financieel niet zo interessant als een festival, maar alles is mooi meegenomen. Het was de meest relaxte tour ooit en als we volgend jaar nog niet kunnen optreden, dan gaan we het zeker weer organiseren. Verder hebben we een aantal zogenaamde seated concerten gedaan en binnenkort staan er weer vier shows gepland, waarvan een in Duitsland. We doen nu kleinere rondjes, daar verdien je in ieder geval iets aan. We verzinnen liever zelf creatieve oplossingen zodat we kunnen optreden. Alles beter dan helemaal niks doen. Voordeel van corona is wel dat er minder tickets beschikbaar zijn, waardoor shows sneller uitverkocht raken dan normaal, haha.

Naast het muziek maken, hebben we alle drie een baan, dus we hebben gelukkig een basis om op terug te vallen. Ik werk samen met mijn broer Paul in de bouw en geef daarnaast gitaar- en drumlessen. Steun van de overheid hebben we niet, we redden het wel zonder subsidies. Het belangrijkste is om goede platen te maken en dat kost gewoon geld. Ik merk wel dat concertzalen nu minder budget hebben voor shows, maar het begint allemaal bij de artiest. Zonder artiesten heb je geen muziek, maar ze worden als laatste betaald en dat vind ik krom. In ons genre zijn we in Nederland best een grote band, maar als je kijkt hoeveel bands er rond kunnen komen, zijn dat er niet zoveel. Door corona is het ook lastig om te bepalen wanneer we ons nieuwe album volgend jaar moeten uitbrengen. We zullen niet de enige band zijn die plannen moet uitstellen. Het is lastig om als artiest vooruit te plannen als je niet weet waar je aan toe bent.

De hele muziekindustrie gaat veranderen, want veel bedrijven gaan het niet redden. Veel mensen binnen de sector hebben al een andere baan. Als de anderhalvemeter-samenleving blijft bestaan, dan is de beste oplossing een sneltest aan de deur van de concertzaal om te bepalen wie naar binnen mag. In coronatijd moet er iets meer interactie met het publiek zijn, maar we zijn niet zulke praters op het podium. Dat maakt het lastig, want een concert is nu meer een theatershow dan een rockshow, waarbij iedereen dicht op elkaar staat. Het gevoel van het spelen blijft superfijn, maar je krijgt minder terug van het publiek. Ook door alle coronaregeltjes wordt het er niet leuker op. De hele sfeer is een stuk minder als je bij de soundcheck en backstage een mondkapje moet dragen en je je handen moet desinfecteren. Ik word er echt moe van. Het is natuurlijk goed dat de zalen de regels volgen, maar het wordt er niet gezelliger op.”

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *