Deze maand is het 45 jaar geleden dat de roemruchte Sex Pistols voor het eerst Nederland aandeden. Het werd een heftige punkvijfdaagse waarin de band zowel fysiek als, met name, emotioneel het nodige te verwerken kreeg. Een bezoek ook dat ons land nog lang zou heugen. Of tenminste, een klein deel daarvan.
Dinsdag 4 januari 1977
De zakenmannetjes en andere brave borsten op de Londense luchthaven Heathrow noemen het tafereel dat ze zojuist moesten aanschouwen ‘ronduit walgelijk’ en ‘uiterst stuitend’. Ongewild zijn ze getuige geweest van een smerige vertoning, opgevoerd door een zooitje ongeregeld dat hard bezig is een kwalijke reputatie op te bouwen: de Sex Pistols. Brak en katterig spugen en kotsen de leden van die geruchtmakende punkband, in de buurt van de incheckbalie, dat het een aard heeft. Het is vlak voor vertrek naar Schiphol en de ietwat ontdane medewerkers van KLM proberen de Pistols zo snel mogelijk aan boord van het vliegtuig en buiten het blikveld van de andere reizigers te krijgen. Smeerlappen zijn het, die jongens van de Sex Pistols.
Op dat moment staat Nederland, zonder er erg in te hebben, op het punt te worden binnengevallen door een vuilbekkende, anarchistische armada. En Nederland, dat muzikaal gezien enorm ingedut is, is daar geenszins op berekend. Om de muzikale toestand in de lage landen het best weer te geven, volstaat het om te melden dat de best verkopende platen van dat moment het zoetsappige If You Leave Me Now van Chicago en het schijtlollige Leo van Ria Valk zijn. De Sex Pistols, met andere woorden, komen als geroepen.
Direct na landing op Nederlands grondgebied zijn de eerste serieuze plichtplegingen van de dag interviewsessies in Hilversum, op het kantoor van platenmaatschappij EMI. Diverse kranten- en tijdschriftjournalisten stellen vragen over hun bedenkelijke imago (zeker sinds het televisie-interview met Bill Grundy op Thames Television, een maand eerder, waarin met name de bezopen gitarist Steve Jones verbaal nogal tekeer is gegaan) en wat punkmuziek toch eigenlijk inhoudt. Na met overduidelijke tegenzin die vragen te hebben beantwoord, vertrekken de jongens voor een optreden in het TROS-televisieprogramma Disco Circus. Een mooie gelegenheid natuurlijk om een groter publiek te bereiken. Of te ergeren. Hoe en wat dan ook, prima publiciteit. En daar is met name manager Malcolm McLaren dol op.
De opnames vinden plaats in Oud Valkeveen, een klein plaatsje op zo’n dertig kilometer van Amsterdam. En direct nadat de band ter plekke aankomt, worden ze linea recta naar de kleedkamer gebracht. Geheel in stijl met de circusomgeving van het programma is het een omgebouwde circuswagen die als zulks dienst doet. De Pistols hebben daar echter niet het rijk alleen, maar moeten die kleedkamer delen met de groep Osibisa, die een ontluikende hit heeft met The Coffee Song, op dat moment nummer 15 in de Top 40. Presentator Ferry Maat verklaart jaren later desgevraagd: “De Pistols waren erg rustig voor hun doen. Dat kwam doordat ze in dezelfde kleedwagen (circuswagen) zaten als de band Osibisa. Grote gespierde zwarte mannen. Ik keek om de hoek van de deur en aan de ene kant zaten de Pistols en aan de andere kant de leden van Osibisa, die met verwoestende blikken naar de overkant keken. Toppop durfde ze niet naar de studio te halen, maar onze toenmalige regisseur Rien van Wijk (vroeger Toppop) vond dat juist daarom een uitdaging. Op het podium mochten ze gooien en smijten met de microfoons, dat waren toch houten dummies…”
Hoewel ook manager McLaren zich opvallend rustig houdt in deze setting, verwacht hij van zijn protegés toch wat meer actie. De Pistols moeten shockeren. Zéker op het podium! De bandleden vinden het overigens vervelend dat ze niet live mogen spelen en het nummer Anarchy In The UK moeten playbacken. Daar valt, volgens de programmamakers, niet aan te tornen. Omdat de ‘bedenkelijke’ reputatie de punkrockers vooruit is gesneld heeft de TROS, om de te verwachten averij aan de apparatuur te voorkomen, speciaal voor Johnny Rotten een namaakmicrofoon laten fabriceren. Kan die vermaledijde punkzanger mee gooien dat het een lieve lust is, maar grote schade maken zou niet gaan.
Niet alleen de bandleden van Osibisa kijken toe hoe de Pistols het podium bestijgen, ook andere aanwezige artiesten zoals Golden Earring (die dan een hit hebben met Bombay) en Willeke Alberti (op dat moment getrouwd met de producent van het programma, John de Mol) gluren mee en zien dat zanger Johnny Rotten – verveeld als hij is – zijn vizier, playbackend, op de microfoonstandaard richt. Die moet er uiteindelijk aan geloven. Tja, de zanger is niet voor één gat te vangen. Op het moment dat de Pistols Oud Valkeveen verlaten om in te checken in hun Amsterdamse hotel, rolt in Engeland The Evening News van de persen. De krant rapporteert in geuren en kleuren de misdragingen van de band op Heathrow eerder die dag.
Woensdag 5 januari 1977
In Engeland staat het wangedrag van de Pistols op Heathrow, een dag eerder, breed uitgemeten in de pers. Kranten en radiostations spreken er onverholen schande van en daarmee komt de band voor de tweede keer binnen korte tijd in opspraak na het tv-optreden bij Bill Grundy, waarin met name gitarist Steve Jones verbaal nogal uit de bocht vliegt en de presentator wereldschokkende dingen toebijt als ‘You dirty sod’, ‘You dirty old man’, ‘You dirty bastard’ en ‘You dirty fucker’, terwijl Johnny Rotten doodleuk het woord ‘shit’ durft te gebruiken. Door een wederom ontluikend schandaal neemt de druk op de platenmaatschappij toe. Zeker wanneer het conservatieve kamerlid Robert Adley die dag naar de hoogste baas van EMI, John Read, schrijft dat hij het niet vindt kunnen dat een zo groot en gerespecteerd bedrijf als EMI geld zou blijven investeren in ’trash’ als de Sex Pistols.
Voor de band zelf staat vandaag het concert in Lantaren Venster, aan de Gouvernestraat 133 in Rotterdam, op het programma. Het is, na twee concerten in Parijs, pas het derde optreden van de Pistols ooit buiten het Verenigd Koninkrijk. Om publiek te interesseren het optreden te bezoeken, heeft de zaal diverse advertenties geplaatst waarin de komst van ‘de sensationele Engelse punck-rock groep The Sex Pistols’ wordt aangekondigd. Punck-rock met twee keer ck inderdaad. Ook wordt gewag gemaakt van het feit dat Johnny Thunders And The Heartbreakers het voorprogramma verzorgen en dat de entreeprijs vijf gulden bedraagt. ‘En je krijgt je geld niet terug’, wordt er op voorhand reeds gezinspeeld op een mogelijk teleurstellend concert.
Daarnaast wordt er een vijftigtal posters gedrukt en her en der, bij platenwinkels en sigarenboeren in de maasstad, opgehangen. De publiciteitscampagne schiet zijn doel niet voorbij, want een paar honderd mensen bezoeken het concert. Een van de aanwezigen in Lantaren Venster is fotograaf Billy Leliveld: “Ik zat in het laatste jaar van de kunstacademie en had mijn fototoestel meegenomen omdat we hadden gehoord dat dit wel een speciaal bandje was. Niemand van de aanwezigen had ooit een nummer van ze gehoord, dus het publiek bestond met name uit studenten. Ik denk, in totaal, zo’n 250 mensen. Eenmaal in de zaal viel me op dat er best veel politie aanwezig was en dat ze stoelen hadden neergezet. En ons werd al snel duidelijk gemaakt dat we op die stoelen moesten blijven zitten. Opstaan of dansen was uit den boze, want je werd gelijk in je nekvel gegrepen door die agenten. De Sex Pistols, die in Engeland natuurlijk gewend waren dat er werd gepogood tijdens hun shows, vonden het logischerwijs helemaal niks dat het publiek bleef zitten en dat liet met name Johnny Rotten merken ook. Ja, af en toe ging er ook wel iemand op zijn stoel staan van pure geestdrift, maar daar werd gelijk tegen opgetreden. Want, hoewel er geen echte punkers in de zaal zaten, werd het publiek wel steeds enthousiaster van de Pistols. En ik kan me nog goed herinneren dat ze keihard speelden. Ik heb echt kauwgom in mijn oren gepropt tegen de decibellen, haha.”
Leliveld raakt 45 jaar na dato nog immer opgetogen van zijn bezoek aan de punkgroep. Maar hij kwam natuurlijk ook om plaatjes te schieten. “De foto’s die ik heb gemaakt zijn allemaal vanuit de stoel geschoten waar ik op moest blijven zitten. Ik heb ze een tijd geleden op Facebook gezet en direct werd ik benaderd door Earl, de voorzitter van de Engelse Sex Pistols-fanclub. Of hij die foto’s mocht gebruiken. Nou, dat mocht. Op een andere foto die ik op Facebook had gezet stond een vriend die voor zijn verjaardag de originele poster van dat concert had gekregen. Waarschijnlijk het enige overgebleven exemplaar. Daar was Earl ook hevig in geïnteresseerd. Ik heb die twee vervolgens aan elkaar gekoppeld en hij heeft die poster uiteindelijk gekocht. Voor 10.000 euro!”
Donderdag 6 januari 1977
Terwijl de eerste bandleden van Sex Pistols de slaap uit de ogen wrijven na hun tweede nacht in het Wiechmann Hotel aan de Amsterdamse Prinsengracht, komt EMI met een belangwekkend statement: “EMI and the Sex Pistols have mutually agreed to terminate their recording contract. EMI feels it is unable to promote this group’s records internationally in view of the adverse publicity which has been generated over the last two months, although recent press reports of the behaviour of the Sex Pistols appear to have been exaggerated. The termination of this contract with the Sex Pistols does not in any way affect EMI’s intention to remain active in all areas of the music business.”
Van de onheilstijding die EMI de wereld in brengt, wordt Malcolm McLaren die ochtend telefonisch op de hoogte gebracht door de BBC. Vanuit Amsterdam meldt McLaren echter van niks te weten en dat er geen enkele sprake van kan zijn dat het contract met wederzijds goedvinden is beëindigd. “That’s rubbish. I haven’t signed a single paper – as far as I’m concerned, we’re still on EMI”, laat hij de Britse staatsomroep weten. Het heeft er dus alle schijn van dat de maatschappij, na de brief van kamerlid Robert Adley, ondubbelzinnig is bezweken onder de druk van conservatieve krachten.
Te midden van alle rompslomp en chaos bereidt de band zich onderwijl voor op het eerste concert in Paradiso. Niet alleen met Johnny Thunders’ Heartbreakers in het voorprogramma, maar ook met The Vibrators, de band die – zoals de concertposter van de Amsterdamse concertzaal meldt – dient als ‘voorgeilmakers’. De Sex Pistols openen hun set met de huidige single Anarchy In The UK. In Nederland doet het plaatje nog niet zoveel, maar in Engeland bereikt het de 38e plaats in de hitparade. Vlot daarop volgen I Wanna Be Me (de flipside van Anarchy In The UK), Seventeen, New York en Satellite. Laatstgenoemd nummer zal, later dat jaar, niet op de lp Never Mind The Bollocks verschijnen, maar wél als b-kant van de single Holidays In The Sun, een nummer dat op dat moment nog geschreven moet worden. Verder op de setlist: God Save The Queen, de Who-cover Substitute, No Feelings, Pretty Vaccant, Liar en Problems.
In tegenstelling tot een dag eerder in Rotterdam is het publiek in Paradiso niet gehouden om op de stoelen te blijven zitten. En dat komt de sfeer zowel op als voor het podium zeer ten goede. Hoewel ook hier slome, stonede langharige hippies, die niet zoveel sjoege hebben van de muziek van de Pistols, de boventoon voeren, kan de band op enthousiaste reacties rekenen en keren de bandleden met een beter gevoel dan een dag eerder terug naar het hotel.
Vrijdag 7 januari 1977
Na de vorige, uiterst hectische dagen begint de vrijdag redelijk rustig voor de leden van de band. Er wordt wat door de stad gedrenteld en de jongens sjoelen wat in het hotel. Het Wiechmann Hotel, waar de band verblijft, is een eenvoudig doch knus familiehotel aan de Prinsengracht dat wordt gedreven door Ted en Nicky Boddy en waar in de jaren ’70 en ’80 artiesten verblijven als Stephen Stills, Dave Edmunds en Emmylou Harris. In het begin van hun bezoek aan Amsterdam storen de Pistols zich mateloos aan het feit dat zij hier worden ondergebracht terwijl de afgevaardigde van platenmaatschappij, Graham Fletcher, even verderop aan de Prinsengracht in het veel duurdere en absoluut veel chiquere Pulitzer Hotel mag slapen. Het demonstreert, zo is de mening van de bandleden, de belachelijke afstand tussen artiest en EMI. Maar sinds gisteren weten de Sex Pistols dat ze zich daar niet veel langer druk over hoeven te maken.
Het Paradiso-optreden op vrijdag 7 januari is, in de ogen van Malcolm McLaren, te soft. Te slap. En dat is met name te wijten aan gitarist Steve Jones. Terwijl de manager met geluidsman Dave Goodman achter de tafel in het midden van de zaal staat, schreeuwt McLaren zijn ongenoegen van zich af. “Steve speelt als een slapjanus. Hij kijkt te veel naar die slome Johnny Thunders! Er moet goddomme een tandje bij.” Dan wendt hij zich tot geluidsman Dave: “Dave, loop onmiddellijk naar Steve en zeg dat hij meer gas moet geven.” Goodman probeert McLaren tot rede te brengen door te verzuchten dat zoiets niet gaat omdat hij, as they speak, het geluid van de band staat te mixen. Maar de manager wil van geen wijken weten. En dus volgt de geluidsman gedwee de opdracht van zijn superieur op en baant hij zich een weg tussen het langharig werkschuw tuig dat bezit heeft genomen van de zaal.
Eenmaal bij de bühne aangekomen zoekt en vindt hij contact met Steve Jones en schreeuwt hem toe dat Malcolm wil dat hij goddomme meer gas geeft. Hoewel de herrie aanzienlijk is, blijkt de boodschap niet tegen dovenmansoren gericht. De gitarist schakelt inderdaad een tandje bij en speelt zoals McLaren het graag ziet. Met een gretigheid die doet denken aan een jonge Pete Townsend. De manager kijkt tevreden toe. Zo ziet hij het graag. De enige die, wederom, uit de toon valt is Glen Matlock. Hoewel onmiskenbaar muzikaal, is de bassist eigenlijk te lief voor het schorriemorrie-imago dat McLaren zo graag hoog houdt én is het een lastpak eerste klas.
Matlock stelt de manager de laatste tijd lastige vragen over geld. Waar blijft dat geld dat binnenkomt via concerten en plaatverkoop, wil de bassist weten. Ook Johnny Rotten ergert zich groen en geel aan Matlock, die steeds minder en minder bij de groep past, en maakt daar geen geheim van. Op het podium spuugt Rotten geërgerde blikken richting bassist, die, op zijn beurt, de openlijke terechtwijzingen van de zanger meer dan kotsbeu is. Na afloop van het concert loopt Matlock wederom woest het podium af. Met de pest in zijn lijf. Direct gevolgd door een mogelijk nog bozere zanger. Niet voor het eerst schelden beide heren elkaar de huid vol. “Why don’t you drop dead!”, schreeuwt Rotten.
En daarmee is de maat vol voor Matlock. Backstage in Amsterdam neemt hij het besluit niet langer deel te willen uitmaken van Sex Pistols. Eenmaal terug in Engeland zal hij de daad bij het woord voegen. Glen Matlock speelt, op 7 januari 1977, in Paradiso, voor het laatst mee met de Pistols. Zij zullen op zoek moeten naar een nieuwe bassist. Iemand die beter in het beeld past dat manager Malcolm McLaren met uiterst precisie aan het opbouwen is. Hij en Johnny Rotten weten dan al precies wie ze zullen vragen.
Zaterdag 8 januari 1977
Na een televisieoptreden en drie concerten verlaten de Pistols Nederland zoals ze gekomen zijn, per vliegtuig. In tegenstelling tot de heenweg verloopt de vlucht redelijk rimpelloos. Glen Matlock neemt letterlijk afstand van de rest van de band omdat hij weet dat hij, na weer een ruzie met zanger Johnny Rotten, niet meer verder wil met Sex Pistols. Over het voorval tussen Rotten en Matlock valt echter niets te lezen in het nieuwste popblad van Nederland, De Hitkrant. De allereerste editie komt dezelfde dag uit als het laatste concert in Paradiso en de nieuwbakken redactie kon derhalve ook niet weten dat er binnen de band een bommetje was gebarsten. Toch heeft de krant Sex Pistols weldegelijk een prominente plaats toebedeeld op de voorpagina. ‘Sex Pistols in ons land. Punk-rock slaat onverbiddelijk toe’, valt er te lezen.
Omdat de concerten in Rotterdam en Amsterdam slechts enkele honderden belangstellenden trokken, is nog lang niet het hele land in rep en roer van die onverbiddelijke punkrockers. Nee, de meeste mensen komen daar pas vrijdag 8 januari achter wanneer TROS Disco Circus op tv wordt uitgezonden en de Sex Pistols ons land reeds hebben verlaten. Het muziekprogramma is te zien op de zaterdagvooravond, vlak voor André van Duins Lachcarrousel en vormt het startsein voor een gezellig familieavondje voor de buis. De Pistols blijken echter niet het gedroomde aperitiefje voor ’s lands populairste komiek. ‘Kolereherrie’, is de meest gehoorde term. En die mening wordt gedeeld door het grote gros der goegemeente. Maar waar velen vol afschuw hun geshockeerde blik van de beeldbuis afwenden, daar spitsen anderen juist geïnteresseerd de oren.
Foto’s: Billy Leliveld
2 Reacties
Ze hebben toen ook in donkiesjot in Sittard gespeeld Jan Smeets heeft ze toen gehaald.kaartjes toen nog gekocht bij het kantoor van Jan. Memorabel concert trouwens
Dat was niet op deze tour Peter. Dat was op 12 december 1977. Uitermate memorabel concert.