Daniel Romano in Paradiso

Daniel Romano

Laten we er niet omheen draaien: oorlog, terreur, massamoord, het is allemaal verschrikkelijk als je erover leest of het op de televisie ziet. Maar persoonlijk ga je pas echt door een hel als je lief haar boeltje pakt, de deur achter zich dichtsmijt en zegt dat ze liever als dakloze in een kartonnen doos slaapt dan bij jou in huis. Daar kan het ‘grote leed’ van de wereld niet tegen op. En dat is ook waar Daniel Romano over zingt.

De Canadees speelde zaterdagavond voor het eerst onder zijn eigen naam in ons land en maakte in Paradiso grote indruk. Toen begin 2013 zijn derde album Come Cry With Me verscheen – de eerste twee, verschenen bij een klein eigen beheer-label, waren compleet aan de Nederlandse Americanaliefhebbbers voorbij gegaan – viel onmiddellijk de naam Gram Parsons. Niet tot onverdeeld genoegen van Romano zelf trouwens, die niet nalaat te herhalen dat zijn inspiratiebronnen juist van vóór Parsons, Flying Burrito Brothers en Sweetheart-Of-The-Rodeo-Byrds dateren. George Jones vooral. Maar natuurlijk ook Hank Williams, Johnny Cash en een handvol anderen bij wie Gram eveneens de mosterd haalde.

Zelf noemt hij zijn muziek geen country of countryrock, maar ‘mosey’ – een zelfverzonnen term die ook op zijn gitaarband staat – waarmee hij een traditionele, niet glad gestreken vorm van countrymuziek wil aanduiden. In Nederland is dat niet echt nodig. Hier wordt het genre doorgaans wel direct geassocieerd met Cash en Williams, maar in Noord-Amerika is dat anders. Daar worden de country-hitlijsten beheerst door glibberartiesten als Taylor Swift en Tim McGraw, afkomstig van de amusementsmatrassen van Nashville en Hollywood, die weinig van doen hebben met Romano’s opvatting van de countrymuziek. Dat bleek ook in Paradiso, waar het publiek vooral bestond uit notoire liefhebbers van het Americana-genre – de mensen die ook op Steve Earle of Lucinda Williams afkomen – en géén trouwe bezoekers van de linedancevereniging.

Serieuze zaak
De nu negenentwintigjarige Romano laat er geen twijfel over bestaan dat deze muziek voor hem een serieuze zaak is. Geen voortdurende pogingen tot relativering, geen grappenmakerij. Er wordt gewoon erg goed en functioneel gemusiceerd. Het is wat het is en dat is meestal triest.

De zanger en gitarist wordt op het podium geflankeerd door de tevens zingende zussen Kay – die ook viool en accordeon speelt – en gitariste Jenny. Allebei hebben ze ook een eigen carrière als zangeres. In de rug wordt Romano gedekt door zijn tweelingbroer Ian op drums, met wie Daniel vorig decennium in de groep Attack In Black speelde, en bassiste Anna Ruddick, die oogt als een van de Runaways – die meidengroep uit de jaren zeventig – maar zelf óók in een meidengroep blijkt te spelen: Ladies Of The Canyon. En dan is er tenslotte nog, helemaal rechts op het podium, maar voor de toeschouwers links, de baardige Aaron Goldstein. De man op de steelguitar, of de ‘sad machine’, zoals Romano het zelf bij de aankondiging noemt.

Er wordt veel gespeeld van Come Cry With Me, zoals het met Kay gezongen duet I’m Not Crying Over You. Maar ook het Boy Named Sue-achtige Chicken Bill, dat tot grote hilariteit eindigt met een paar maten Black Sabbath, een enkele song van een eerder album, zoals Time Forgot (To Change My Heart), en een mooie cover van Never Tired Of The Road van de Ier Andy Irvin. Alles loepzuiver gezongen door Romano zelf en binnen de lijntjes gekleurd door de band, zoals het genre dat vraagt. Maar altijd héél los gespeeld, heel natuurlijk en nooit geforceerd.

Persoonlijk drama
De avond voor het concert van Romano was ik bij Charles Bradley geweest. De neo-soulman die de afgelopen jaren als een komeet omhoog is geschoten – niet in de laatste plaats dankzij een knappe documentaire met veel fraai opgelepelde sentimenten – verkocht de grote Patronaatzaal uit. Zowel Romano als Bradley maken muziek die zwaar op die van een halve eeuw geleden leunt. En beiden zwelgen in het persoonlijke drama. Toch is er een groot verschil en dat zit ‘m aanzienlijk méér in het publiek – of beter: de houding van het publiek – dan in de gespeelde noten, die bij beiden niets aan authenticiteit inboeten.

Bij Bradley komt het publiek vooral voor ‘het grote verhaal’ – het Assepoestersprookje van de zanger die ver in de zestig pas herkend wordt en dan alsnog beroemd wordt, terwijl de meeste Romano-fans veel gedetailleerder met de muziek bezig lijken te zijn. Zowel voor als na het concert gaan in Paradiso de vergelijkingen met Parsons, Burrito’s en Byrds – veertig jaar geleden immers al echte polderhelden – voortdurend over de tong. Het Romano-publiek lijkt dieper in de muziek te zitten en minder afgeleid te worden door het visuele aspect dan de Bradley-bezoekers een dag eerder bij de regelmatig in explosies van emotie op zijn knieën vallende Bradley deed.

Ramones
Maar het allermooiste is dat Romano ook buiten het strak gedefinieerde idioom van de traditionele country durft te stappen zonder aan geloofwaardigheid te verliezen. Het Black Sabbath-fragmentje is al genoemd, maar bij de toegiften coverden ze nota bene ook nog eens Swallow My Pride van de Ramones. Het publiek vindt het prachtig. Waarmee nog maar eens onderstreept wordt hoe betrekkelijk de grenzen tussen muziekgenres zijn. Het gaat uiteindelijk alleen om goed of niet goed en de muziek van Daniel Romano behoort tot het beste wat dit jaar op de Nederlandse podia te horen is.

Gezien op zaterdag 6 september in Paradiso, Amsterdam.

3 Reacties

  1. Kees de Haan 8 september 2014 Reageer

    Geweldige muziek. Dit is inderdaadcountry zoald die zou moeten klinken. Daar kan Nashville nog een puntje aan zuigen.

  2. Unkern Kim 8 september 2014 Reageer

    En toch: ik vond ze te zenuwachtig. Alleen de laatste toegift, Romano zonder band maar alleen met zijn gitaar, maakte op mij grote indruk. Deze jongen kan wat! Ik ben dan ook heel benieuwd naar zijn laatste concert van zijn tour.
    Kim

  3. Frits 8 september 2014 Reageer

    Prima recensie, alleen een storende fout: Romano speelde niet voor het eerst onder zijn eigen naam in Paradiso zaterdagavond. Dat gebeurde een dag eerder tijdens Misty Fields in Asten-Heusden (country 2.0 tussen de koeien). Tijdens een prachtige nazomeravond speelde hij het festival overdonderend plat.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.