“Ontzettend bedankt dat jullie allemaal gekomen zijn”, zei Nick Oliveri dinsdagavond na z’n vijfde of zesde liedje tegen het publiek in het Haarlemse Patronaat. “Ik zou zelf namelijk van m’n levensdagen niet naar een akoestisch concert gaan, haha.” Toch was het ‘Death Acoustic’ gedoopte concert van de voormalige Kyuss- en Queens Of The Stone Age bassist alleszins onderhoudend en vermakelijk.
Hij is een man met een verleden, de nu 46-jarige Oliveri. En bepaald geen koorknaap-verleden. Hij speelde een muzikale sleutelrol bij stoner-godfathers Kyuss en ging automatisch mee toen die groep eind jaren negentig transformeerde tot Queens Of The Stone Age. In 2004 zette de steeds dominanter wordende Josh Homme Oliveri echter uit de band wegens diens drugsprobleem.
De bassist bleek méér ijzers in het vuur te hebben, zoals de pornopunkers The Dwarves – waarmee hij in de zomer 2016 nog door ons land toerde – en Kyuss spin-off Mondo Generator. Daarnaast was hij inzetbaar als ‘superhuurling’ en speelde als zodanig bij het Noorse Turbonegro, punkproject Moistboyz van Dean Ween en nog een handvol andere groepen. Ook werkte hij nog regelmatig met Queens Of The Stone Age – z’n muzikale talent staat voor Homme buiten kijf – maar mocht geen vast bandlid meer worden. Josh Homme wilde van zijn Queens een degelijke mainstream-rockband met DWDD-credibility maken en in dat streven zou Oliveri een risicofactor zijn. Een reeks incidenten onderstreept Homme’s gelijk. Dit decennium nog werd de bassist opgepakt wegens drugs- en wapenbezit en het in elkaar meppen van zijn vriendin.
Doodsreutel
Het is dus die Nick Oliveri die nu met zijn akoestische gitaar door Europa toert en zijn liedjes zingt over ‘girlfriends en shit like that’. Liedjes van onder meer de Queens, Mondo Generator en Dwarves waaraan hij doorgaans zelf meeschreef. Dit keer echter niet in een gespierde stoner- of punkuitvoering, maar uitgekleed tot op het bot. De teksten worden soms gezongen, maar even zo vaak in een soort doodsreutel uitgespuwd, waarbij hij zich heftig ‘strummend’ op zijn gitaar begeleidt. Vol en strak is het zeker.
Van Queens Of The Stone Age komen onder meer Gonna Leave you, Another Love Song en Auto Pilot voorbij en van Kyuss Love Has Passed Me By en nog een potpourri aan andere deunen. Maar ook een paar liedjes van underground-legende Roky Erickson en punkviespeuk G.G. Allin. Ondertussen drinkt Oliveri tussen de nummers door bier en tequila, waarvan hij met enige regelmaat ook de voorste rij fans voorziet. Op een gegeven moment begint hij zelfs een vertoog over oud-Feyenoordkeeper Eddy Treijtel, waarvan hij een fan blijkt te zijn.
Het is allemaal behoorlijk rauw gezongen en gespeeld, maar afwisselend genoeg om achttien nummers lang te blijven boeien, met een woest geschreeuwde a capella versie van Queens Of The Stone Age’s Six Shooter als apotheose.
Opmerkelijk is het hoge percentage vrouwen en meisjes in het enkele tientallen bezoekers omvattende publiek. Bepaald fijnzinnig zijn Oliveri’s songs niet. Zoals een nieuw nummer dat hij voor The Dwarves schreef met als refreinregel: ‘I’ll fuck anything that moves, even you’. Je verwacht op zo’n moment dat de vier, vijf of zes meisjes op de eerste rij hem aan zijn sik van het podium sleuren en hem ter plekke stenigen of toch tenminste met felrode lipstick ‘#MeToo’ op zijn kale schedel schrijven. Maar nee, integendeel. Ze juichen de rocker hartstochtelijk toe.
Nick Oliveri in Patronaat, Haarlem
Gezien op dinsdag 5 december 2017
0 Reacties