Zea 20.0 in Occii – festivalverslag

Zea Festival

Het was warm, feestelijk, vertrouwd en toch weer verrassend. En het was natuurlijk underground – althans vergeleken met alles wat Radio 3 en het Top2000-circus de hele dag door de luidsprekers spuiten: het Zea 20.0 Festival vrijdagavond in het Amsterdamse Occii. Daar werd twee decennia Zea gevierd, want naast talloze concerten per jaar – en over de hele wereld met The Ex, dat tegenwoordig meer speelt dan ooit tevoren – vult Arnold de Boer solo, als Zea, nog zo ongeveer alle gaten in het tourschema op.

De sfeer van het Zea 20.0 Festival zit eigenlijk ook al jarenlang in de muziek van Zea, dat halverwege de jaren negentig begon als ‘gewone’, vijfkoppige popband, vanaf 2002 een duo werd met De Boer en samplemuzikant Remko Muermans en tenslotte – nadat Muermans in 2008 besloot naar Sint Petersburg te verhuizen – door zou gaan als soloproject van Arnold de Boer. Hij nam voortaan zang, gitaar en samples voor eigen rekening.

Zea maakt liedjes over dagelijkse onderwerpen. Zaken die dicht bij huis blijven. Met pakkende refreinen, dansbare ritmes en onverholen emoties. ‘Mensenmuziek’, heette dat destijds bij het Willem Breuker Kollektief. Maar er is ook een keerzijde. Terwijl de ‘mensenmuziek’ van Willem Breuker destijds in praktijk slechts de culturele ‘happy few’ wist te bereiken, blijft het publiek van Zea nog altijd beperkt tot de meer avontuurlijk en nieuwsgierig ingestelde popliefhebber, de ‘underground’ – hoe toegankelijk zijn muziek ook is. Dat heeft ook weinig met die muziek zelf te maken. De ‘mensen’ luisteren nu eenmaal liever naar industrieel geproduceerde, middels marketing verspreide muziek.

Enfin, dat terzijde, want Zea 20.0 leverde vrijdagavond nog altijd een volle Occii op, met een half dozijn concerten die stuk voor stuk een half uurtje duurden – een ideale formule om de aandacht vast te houden en nieuwe muziek te leren kennen.

Zo was er het Amsterdams/Amerikaanse Kanipchen-Fit, waarin we voormalig Lul- en Solbakken-gitarist Empee Holwerde herkennen naast de Amerikaanse zangeres Gloria en sinds kort ex-Treble Spankers-drummer Frank Sloos. In 2010 maakten ze al het album Multibenefit en een nieuwe plaat is aangekondigd voor begin 2016. Pakkende songs die net buiten de gebaande paden gaan – vaak met een knipoog, maar zonder melig te worden. En de komst van Sloos is pure winst. Heerlijke festivalband.

De Franse klarinettist Xavier Charles is een grote naam in de internationale improjazz-wereld en werkte in het verleden al regelmatig met The Ex en Zea samen. Een man die er in slaagt – zonder gebruik van enige effectapparatuur – de  meest onwaarschijnlijke klanken uit zijn instrument te halen. Onderweg naar Japan voor een tournee komt hij deze avond nog even bij Occii voorbij om onder meer een improsessie met Terrie Ex te spelen. Twee mannen die elkaar uitdagen en tegelijk communiceren als twee reizigers die elkaars taal niet spreken en daarom een woordenschat in gebaren ontwikkelen. Je bent er door gefascineerd of het glijdt langs je heen – afhankelijk van je ideeën over muziek.

Ook de Rotterdamse bassist  Bruno Ferro Xavier da Silva is een improvisator. Eigenlijk een wandelende trukendoos, als een variétéartiest jonglerend met gitaar, strijkstok en een dozijn effectpedaaltjes. Waar hij met groepen als Stöma al zijn vaardigheden nog ondergeschikt maakte aan de songs, dreigen het solo ‘gimmicks’ te worden, maar uiteindelijk laat hij toch de muziek triomferen.

Het Engelse duo Rattle bestaat uit twee zingende drumsters en roept onmiddellijk associaties op met de postpunk. Slits, de vroegste Björk-exercities bij K.U.K.L., enzovoort. Voor het eerst buiten Engeland op tour. Nog niet verpletterend, maar charmant.

Zea zelf speelt een verrassende en tegelijk afgewogen set met live-favorieten als Why So Scared en Song For Electricity naast twee Friestalige liedjes en de aan de vorig jaar overleden Corno Zwetsloot opgedragen Space Siren-cover Who Makes Me Try, die eerder dit jaar verscheen op de ep Songs For A Dead Pilot. Xavier Charles komt nog even het podium op voor een handvol songs die hij met Arnold opnam voor een ep van een jaar of vier geleden. Hoogtepunt is hun bewerking van de 75 jaar oude Leadbelly-song Bourgeois Blues. Het onderstreept de veelzijdigheid van het Zea-repertoire. Wat het bijeen houdt is de wat hoekige, typisch onopgesmukte Hollandse stijl – die bijvoorbeeld ook de beroemdste composities van Louis Andriessen, het werk van Mondriaan en de literatuur van Bordewijk en Thijssen kenmerkt. Noem het ‘klompenswing’.

It Dockumer Lokaeltsje mag het feest afsluiten. Het avantgarde-punktrio, dat halverwege de jaren tachtig op het schavot werd gehesen als aanvoerders van de zogeheten ‘Friese Bries’ is sinds enkele jaren weer bij elkaar. Destijds waren de mannen echte ‘Vpro-darlings’ en kreeg hun debuutplaat vooral veel aandacht vanwege de titel: Wil Met U Neuken. Anno 2015 speelt het trio – dat oogt alsof men niet op een scheutje romige Friesche Vlag meer of minder in zijn koffie kijkt – nog immer compromisloos. Een nieuw album gaat ongetwijfeld Wil Met U Beuken heten.

Een fijne avond voor al die muziekliefhebbers voor wie de nieuwe Adele en de nieuwe Trijntje eigenlijk één pot nat zijn en gewoon blij worden van muziek waarbij niet in genrehokjes gedacht wordt en de muzikant niet aan de leiband loopt van de marketingman of –vrouw.

Zea 20.0 Festival in Occii, Amsterdam
Gezien op vrijdag 27 november 2015

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *