Tijdcapsuleplaat: Songs For The Deaf van Queens Of The Stone Age

Queens Of The Stone Age

Lust For Life is op zoek naar de vijftig albums die voor toekomstige generaties bewaard moeten blijven. Hoofdredacteur Paul Gersen vertelt waarom Songs For The Deaf van Queens Of The Stone Age daar absoluut bij moet.

Pinkpop 2001, zaterdag 2 juni. Erg veel soeps stond er die dag niet op het programma. Krezip, Within Temptation, Dreadlock Pussy: het waren namen die we dat jaar eigenlijk overal wel konden zien. Dus togen mijn vrienden en ik richting Michael Franti & Spearhead op het Noordpodium. Gezellig, met een biertje erbij met de heupen wiegen op de vrolijke reggae-funk van de Amerikaan. Op weg naar het optreden besloten we toch even door de 3FM-tent te lopen. Daar stond een band die me ergens vaag een belletje deed rinkelen. Een moeilijke naam, iets met het stenen tijdperk. In mijn beleving stond het lang niet vol, we stonden binnen no-time midden in de tent. Maar wat ik zag, maakte diepe indruk. Een boomlange rooie zanger/gitarist die staccato op zijn gitaar ramde. Een bezeten, kale bassist met een hele grote baard. En een stoïcijnse zanger die zong alsof hij een uur van tevoren een pakje scheermesjes naar binnen had gewerkt. Soms zie je een band voor het eerst, maar lijk je alle muziek stiekem al te kennen. Dit was zo’n concert: rockmuziek waar ik al een hele tijd op zat te wachten. Ongelooflijk stoer, maar tegelijkertijd sexy en swingend. Temperatuur: honderd graden. De band: Queens Of The Stone Age.

Michael Franti hebben we geloof ik niet meer gehaald. Ik was knock-out geslagen. Thuisgekomen rende ik naar de platenboer voor het een jaar eerder uitgekomen Rated R. Ik geloof niet dat ik ooit een tegendraadser gitaargeluid had gehoord, maar ik vond het prachtig. Maar zoals het vaak gebeurt als je jong bent: een paar maanden later is er weer een ander album dat je grijs draait.

Een jaar later, in 2002, kwam Songs For The Deaf uit. Mijn Queens Of The Stone Age-liefde was inmiddels een beetje naar de achtergrond verdwenen, maar tijdens mijn wekelijkse bezoekje aan de cd-winkel pakte ik ‘m toch even mee.

Ik vergeet nooit meer de eerste keer dat ik ‘m draaide.

Een startende auto. Het waarschuwingspiepje van de autogordel. De radio gaat aan. Een deur slaat dicht. Een radio-jingle klinkt, de dj spreekt.

“Hey alright, it’s Kip Casper. K.L.O.N. radio, L.A.’s infinite repeat. How we feeling out there? How’s your drive time commute? I need a saga, what’s the saga? It’s songs for the deaf, you can’t even hear it!”

Het is het begin van een episch conceptalbum, een dollemansrit door de woestijn van Californië. De bestuurder van de auto heet Josh Homme. Hij begon QOTSA ooit als een veredeld solo-project, nadat een paar jaar eerder zijn band Kyuss ermee stopte. Op Songs For The Deaf heeft hij echter een indrukwekkende band op de achterbank zitten. Bassist Nick Oliveri, die al op veertienjarige leeftijd met Homme meedeed in Kyuss, is van de partij, evenals Screaming Trees-zanger Mark Lanegan. En niemand minder dan Nirvana-drummer en Foo Fighters-frontman Dave Grohl zit op de drumkruk. Met zulke namen zou je je kunnen voorstellen dat iedereen aan het stuur wil zitten, maar op Songs For The Deaf horen we daar niks van terug. Het is een road trip waarvan de bestemming onbekend is, slechts de reis ernaartoe telt.

En dus horen we constant drie stemmen de zang afwisselen: Oliveri met zijn paranoïde gekrijs, de schuurvocalen van Lanegan en de bij vlagen bijna verveelde kopstem van Homme. Gitaar-battles die Homme met zichzelf uitvecht. Grohl die hakt alsof hij in noodtempo de eerste palen van een flatgebouw de grond in aan het heien is. En dat alles in een cadans, een ritme dat van begin tot het eind klopt. Het levert klassieke rocksongs op als No One Knows en Go With The Flow, maar ook intrigerende werkstukken als God Is In The Radio en het titelnummer. Onorthodoxe ritmes, tegendraadse melodieën, maar altijd dat catchy randje: Songs For The Deaf is een blauwdruk van hoe iedere moderne rockplaat hoort te klinken.

Het is dan ook geen wonder dat de sound van Queens Of The Stone Age, en dat van deze plaat in het bijzonder, hoorbaar als inspiratie heeft gediend voor vrachtladingen jonge bands sinds de start van het nieuwe millennium. De Staat, Truck Fighters, Wallace Vanborn: je hoort dat ze goed naar Homme en de zijnen hebben geluisterd. En zo zijn er nog honderden andere muzikanten. Ik durf wel te stellen dat QOTSA samen met Radiohead, Tool en Jack White de belangrijkste inspiratoren van deze tijd zijn.

Hoe zou men over dertig jaar naar deze band kijken? De muzikale erfenis om tot de groten te worden gerekend is er, de invloed ook. En een topalbum? Check.

Ook meestemmen op de 50 belangrijkste albums uit de muziekhistorie? Klik dan gauw door en maak meteen kans op een te gek cd-pakket!

Foto: Willem Schalekamp

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *