Spencer Tweedy liet hem als dertienjarige een document ondertekenen waardoor hij stopte met roken. Vader Jeff nam het advies van zijn zoon uitermate serieus. Vijf jaar later maakten ze samen het album Sukierae. Volgens de zanger van Wilco was de invloed van Spencer ook daar behoorlijk groot. Net als die van zijn jongere zoon en vrouw overigens.
Helemaal uit de lucht vallen kwam de samenwerking niet, want vader en zoon Tweedy produceerden al samen het nieuwe album van souldiva Mavis Staples. Toch moest de tiener wennen aan de gedachte van het opnemen van een ‘eigen’ plaat. “Na het Mavis Staples-album was dit mijn eerste keer als drummer in een professionele studio-setting”, legt hij uit. “Ik had tijd nodig om te wennen aan die gedachte. Uiteindelijk bleek het voor mij de ideale situatie. Ik voel me het meest vrij als ik drum voor mijn vader. Dat voelt geweldig.”
Ook op het podium oogt de jonge drummer opvallend kalm. Alsof de plotselinge spotlights op zijn handen niets met hem doen. “Ik heb zelf niet eerder zo in de aandacht gestaan, maar ik zie het al mijn hele leven van dichtbij. Dat soort aandacht is nooit ver weg geweest van mijn familie, natuurlijk.”
Ook Spencers veertienjarige broertje Sammie was betrokken bij het twintig nummers tellende album. “Hij was nuttig door naar de plaat te luisteren en kritiek te leveren. Hij heeft namelijk een geweldig gehoor voor muziek.” Vader Jeff knikt: “Hij heeft een diepe passie voor muziek als luisteraar, veel meer dan als muzikant.”
Spencer heeft de carrièrestart waar veel jonge muzikanten alleen maar van kunnen dromen. Niet alleen is zijn vader het gezicht van een van de meest gerespecteerde alt. country-bands van nu, bovendien groeide hij op met muziek. “Hij is van jongs af aan ondergedompeld in muziek”, weet Jeff als geen ander. “Toen ik opgroeide was ik vooral gebiologeerd door de mystiek van het muziek maken, voor hem is het zijn tweede natuur. Hij kan zich geen tijd herinneren dat hij niet drumde.”
Dat kwam niet alleen door de invloed van zijn musicerende vader. “Het komt vooral door mijn moeder, die in Chicago een rockbar genaamd Lounge Ax had. Dat ging dicht toen ik vier was, maar vanaf mijn geboorte was ik daar elke dag. Daar werd ik blootgesteld aan alle indierockbands waar toen naar geluisterd werd, zoals Pavement, Fugazi, The Jesus Lizard en The White Stripes. Dat heeft een belangrijke rol gespeeld, om in een omgeving te zijn waar die muziek werd gedraaid en waar ik in de kelder op een drumstel kon slaan. De obers, barmensen, uitsmijters en mijn moeder pasten op me en lieten me af en toe drummen. Ik was net één jaar oud. Ik denk dat je omgeving een heel grote rol speelt in waar je uiteindelijk terecht komt.”
Zijn moeder speelt ook op de plaat een niet te onderschatten rol, al was ze niet of nauwelijks in de studio te vinden. Sukierae is namelijk de bijnaam die zij kreeg toen ze negen jaar oud was, legt Spencer uit. “Ze was verliefd op Peter Noone van Herman’s Hermits en de bijnaam van zijn zus is weer Sukie. Mijn moeder probeerde destijds al haar vriendjes en vriendinnetjes op school zo ver te krijgen dat ze haar Sukie gingen noemen, zodat ze voor haar gevoel dichter bij Peter Noone kwam. Eigenlijk noemde niemand haar meer zo, tot een paar jaar geleden haar beste vriend de naam weer oprakelde. Sindsdien wordt ze weer graag zo genoemd. We dachten een aantal weken na over hoe we de plaat moesten noemen, toen mijn vader met Sukierae kwam. Het is wel grappig dat niet iedereen weet hoe je het moet spellen of wat het betekent, maar voor mij maakt dat niet uit. Ik weet wat het betekent en het voelt als de perfecte naam voor het album.”
Afgelopen juni haalde Spencer zijn highschool-diploma. Verder studeren heeft hij een jaar uitgesteld, want momenteel toert hij met zijn vader de wereld over. Op vrijdag 14 november spelen ze bijvoorbeeld in Den Haag op het Crossing Border-festival. Zijn vader gaf vanzelfsprekend zijn goedkeuring: “Zijn moeder en ik vinden dat hij moet doorstuderen, maar uiteindelijk is het aan hem. Ik verwacht in ieder geval niet dat hij zijn hele leven ‘on the road’ spendeert zoals ik. Hij heeft namelijk veel andere passies. Hij geniet van schrijven, is een vrij goede computerdesigner en heeft een voorliefde voor grafische kunst. En hij is ook nog eens goed in zo’n beetje alles wat hij doet. Dat is best irritant, haha. Maar met hem werken is daarom heel fijn, maar ook omdat we precies weten wat we aan elkaar hebben. Dat is hoe Wilco al jaren goed werkt. Muziek is gebouwd op vertrouwen.”
Meer lezen over Tweedy? De rest van dit interview lees je in Lust For Life 044.
0 Reacties