De 11 cruciale momenten uit de carrière van The Who

Van de eerste kapotgeslagen instrumenten tot de meest recente plaat die ‘The Two’ (Roger Daltrey en Pete Townshend) in 2019 maakten: de carrière van The Who kent nogal wat explosieve, verbluffende en helaas ook tragische momenten. Welke songs, optredens of gebeurtenissen achter de schermen waren van grote invloed op de band? Lust For Life werpt een blik op de 11 cruciale momenten uit de ‘amazing journey’ van The Who!

Substitute: Keith Moon vervangt Dave Sandom

Het verhaal van The Who begint bij de schoolvrienden Pete Townshend en John Entwistle, die zich aansluiten bij de band van Roger Daltrey: The Detours. De veel oudere Doug Sandom neemt plaats achter het drumstel. Omdat er al een andere groep met dezelfde naam bestaat, besluit The Detours op Valentijnsdag 1964 de naam te veranderen in The Who. Hetzelfde jaar wordt Sandom uit de band gezet en in eerste instantie neemt een sessiedrummer zijn plaats in. Keith Moon – die rond die tijd in de band Clyde Burns & The Beachcombers speelt – kent zijn toekomstige collega’s al van de Detours-tijd en wordt in april 1964 de definitieve drummer van The Who. [DvdG]

Let’s See Action: De eerste vernietigde instrumenten

Voor de eerste single ondergaat de band wederom een (tijdelijke) naamsverandering: Zoot Suit verschijnt in hetzelfde jaar onder de naam The High Numbers, met weinig commercieel succes. Het lied wordt (net als de schitterende b-kant I’m The Face) geschreven door toenmalig manager Peter Meaden. De release is een aardige voorloper van het latere werk, maar valt in het niet vergeleken met de briljante Pete Townshend-composities die volgen. Enkele maanden later slaat Townshend in Harrow, Londen per ongeluk zijn gitaar kapot, waarop ook Moon zijn drumkit vernielt. De allesvernietigende live-act is geboren. Het commerciële succes laat niet lang op zich wachten: met Townshends I Can’t Explain (de eerste single onder de naam The Who) bestormt de band begin 1965 de Britse hitlijsten. Nog even en niemand kan meer om The Who heen… [DvdG]

We Got A Hit: De release van My Generation

De vroege singles van The Who doen het redelijk in de Britse hitlijsten, maar met My Generation weet de band een nummer te schrijven dat niet alleen op dat moment een groot succes wordt, maar ook een legendarische track die, zoals de titel al verklapt, altijd symbool zal blijven staan voor een hele generatie. De frustratie over het vinden van een eigen plek in de maatschappij is niet alleen in de teksten, maar ook in de muziek duidelijk hoorbaar. Pete Townshend schrijft het nummer naar verluidt in een trein. De zo bekende zin ‘I hope I die before I get old’ heeft hij niet helemaal kunnen waarmaken; gelukkig maar. Overigens legt Townshend later uit dat hij met ‘old’ eigenlijk ‘rijk’ bedoelde.  [SS]

Won’t Get Fooled Again: Breuk met producer Shel Talmy

Manager Kit Lambert vindt dat de band te weinig vrijheid (en geld) krijgt van Shel Talmy, die het debuutalbum My Generation produceerde. Na de release van de songklassieker Substitute volgt een rechtszaak tegen Talmy, die hij duidelijk zal winnen. Daarom wordt besloten om hem een deel van de royalties voor alle Who-platen tot en met 1971 toe te kennen. Townshend krijgt er wel artistieke vrijheid voor terug en dat is te horen op het tweede album A Quick One (1966). Met name in de mini-rockopera A Quick One, While He’s Away, een briljante aaneenschakeling van melodieuze songs die samen een verhaal vertellen. Daarmee is A Quick One… de voorloper van het latere megasucces Tommy. [DvdG]

Success Story: Monterey Pop

Met zijn (letterlijk) explosieve shows lijkt de band weinig te maken te hebben met het overheersende gevoel van ‘peace and love’ op het Monterey Pop Festival in juni 1967. Legendarisch zijn de beelden aan het einde van de My Generation-uitvoering, waarin nog maar weinig van Townshends gitaar overblijft. Tot dan toe heeft The Who vooral in eigen land succes, maar dankzij dit historische optreden breekt het viertal ook definitief door in Amerika. [DvdG]

The Seeker: Townshend raakt onder invloed van Meher Baba

Na Monterey raakt Townshend onder invloed van de Indiase goeroe Meher Baba. In November 1970 wordt in Rolling Stone een lang artikel van Townshend gepubliceerd: In Love With Meher Baba. Daarin schrijft de gitarist dat hij voor het eerst van hem hoorde dankzij Mike McInnerney (de ontwerper van de beroemde Tommy-hoes): “Elke keer dat ik met een theorie kwam waar ik jaren over had nagedacht, zei hij me: ‘Dat is toevallig man, ene Meher Baba zei ongeveer hetzelfde in het boek The God Man.’ Nadat ik weer een dierbare openbaring had die volgens Mike al door Baba onder woorden was gebracht, moest ik het boek wel openslaan.” De ideeën van Mahar Baba over onder meer reïncarnatie en drugs blijken van grote invloed op Townshends leven en songs. Niet alleen laat de rocker zich door hem beïnvloeden voor het concept van Tommy, hij draagt het hele album ook aan Meher Baba op. En we hoeven waarschijnlijk niet uit te leggen wat de connectie met de Who-klassieker Baba O’Riley is… [DvdG]

It’s A Boy: Tommy komt tot leven

Na de experimenten met het eerdergenoemde A Quick One… geeft Townshend in 1968 aan dat hij werkt aan een volledige rockopera. Al bestaat die term op dat moment eigenlijk nog niet en is het resulterende Tommy het eerste project dat specifiek die naam meekrijgt (ook al waren er wel eerdere albums geweest die als rockopera te kenmerken waren). Een paar maanden na de release van het album over ‘a deaf, dumb and blind kid’ staat The Who op Woodstock, wederom een hoogtepunt in de carrière van de band. [SS]

Long Live Rock: Pieken in Leeds

De reputatie van The Who als een van ‘s werelds beste livebands wordt nogmaals bevestigd wanneer in 1970 de lp-klassieker Live At Leeds verschijnt, vaak genoemd als het ultieme live-rockalbum. De plaat bevat slechts zes tracks (inmiddels zijn er uitgebreide edities verkrijgbaar). The Who had al eerder plannen voor een eerste liveplaat gemaakt: verschillende shows van de tour die na de release van klassieker Tommy volgde, werden opgenomen maar toch niet gebruikt (Townshend zou zelfs opdracht gegeven hebben om de opnames te verbranden). In plaats daarvan geeft The Who in het volgende jaar twee concerten in Engeland. Eén in de universiteit van Leeds op Valentijnsdag en één in Hull, de dag daarop. Wat optredens betreft blijkt 1970 sowieso het piekjaar voor de band, want in augustus stelen de mannen ook de show tijdens het Isle Of Wight Festival. [DvdG]

The Good’s Gone: Keith Moon overlijdt

Augustus 1978 is een goede maand voor The Who. Het net uitgebrachte Who Are You doet het uitzonderlijk goed en belooft zelfs het bestverkopende album van de band te worden. Dit succes wordt een maand later plotseling overschaduwd: op 7 september bezwijkt Keith Moon aan een overdosis Heminevrin, een medicijn dat wordt gebruikt om af te kicken van alcohol. The Who zal nooit meer hetzelfde zijn. Oud-Faces-drummer Kenney Jones vult het achtergebleven gat en in die bezetting brengt de band nog twee studioalbums uit. Nadat Townshend in 1982 afkickt van de alcohol- en heroïneverslavingen die hij de jaren ervoor ontwikkelde, besluit hij nog één tournee te doen met de band. Bedoeling is om The Who daarna als studioproject te laten voortleven, maar nadat het hem niet lukt om met voldoende goed materiaal voor een nieuwe plaat te komen, is The Who effectief ten einde. [SS]

Endless Wire: De reünie

Na het uiteenvallen van The Who concentreren Roger Daltrey en Pete Townshend zich op hun solocarrières. Samen met Entwistle en Kenney Jones op drums komt de band op 13 juli 1985 toch weer bij elkaar voor het groots opgezette Live Aid-festival. Ondanks problemen met beeld en geluid zien miljoenen mensen over de hele wereld een band in uitstekende vorm, in contrast met de rommelige set van Led Zeppelin (ook voor deze gelegenheid weer bij elkaar gekomen). In 1989 volgt eindelijk weer een tour. De band blijft ‘on the road’ (met onder meer een integrale uitvoering van het Quadrophenia-album), maar van een nieuwe plaat komt het maar niet. [DvdG]

The Quiet One: De dood van John Entwistle

Tragisch genoeg wordt John Entwistle op 27 juni 2002 dood gevonden in een hotelkamer in Las Vegas. De rockwereld verliest daarmee een van de allerbeste bassisten in het genre. Het betekent echter niet het einde van The Who. Daltrey en Townshend besluiten te toeren en nemen zelfs een nieuw studioalbum op (het prima Endless Wire, 2006). Het duo is inmiddels een dagje ouder, maar ze houden de bandnaam op bewonderenswaardige wijze in leven. Eind 2019 verschijnt zelfs nog een nieuwe plaat: WHO bereikt in Engeland en Amerika de top drie in de albumlijsten en critici zijn lovend. Zo schrijft LFL’s Robert Haagsma: “Mocht dit de allerlaatste studioplaat zijn, waar het toch echt naar uitziet, dan is WHO het slotakkoord waar de band met recht beretrots op mag zijn.” [DvdG]

Foto The Who in Ziggo Dome 2013: Willem Schalekamp

 

carrière the who Meer lezen over The Who? Bekijk hier Lust For Life Magazine 037 met The Who op de cover!

 

 

0 Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.