North Sea Jazz 2015 – Festivalverslag

De kaartverkoop liep prima, maar North Sea Jazz trok niet meer bezoekers dan anders. Toch vormden zich in Ahoy zowaar rijen met licht ongeduldige mensen voor de deur, iets wat sinds de verhuizing van het festival van Den Haag naar Rotterdam nauwelijks meer was voorgekomen. De organisatie gaf aan geen idee te hebben waar dit aan lag en noemt het een incident. Maar misschien had het wel te maken met de line-up. Die was dit jaar in de breedte beduidend minder indrukwekkend dan tijdens voorgaande edities. En dus was het een kwestie van krenten uit de pap halen, wat een flink deel van het publiek schijnbaar goed afging. Ondanks een schaarste aan sensationele namen was er voldoende hoogwaardig vertier tijdens de veertigste editie van NSJ.

In de Nile, de grootste zaal, stond het zaterdagavond desalniettemin goed vol bij Chaka Khan. De nu 62-jarige discozangeres heeft in de afgelopen jaren al vaker duidelijk laten zien niet het eeuwige muzikale leven te hebben, maar toch waagden aardig wat mensen de gok. En dan zul je ook nog eens zien dat ze verdomde slecht bij stem is. Zo slecht dat je je afvraagt wie haar precies gedwongen heeft tot het bestijgen van het podium. Waarschijnlijk moeten we daarvoor het antwoord toch zoeken bij een zekere heer genaamd Contract. Vocaal komt ze namelijk niet eens in de buurt bij het niveau van haar drie achtergrondzangeressen, en al redelijk rap komt de aap uit de mouw: de keel van miss Khan is niet helemaal lekker. Ze heeft een ontsteking en de souldiva biedt haar excuses aan. Ze heeft het geprobeerd, maar het lukt gewoon echt niet. Haar band speelt geforceerd door, en even later zorgt een Nederlandse knul toch voor wat leven op het podium. Jett Rebel stond anderhalf uur eerder nog in dezelfde zaal, nu komt hij even invallen voor Chaka Khan. De quasi-getroebleerde zanger komt onder meer met een prima versie van Rufus-hit Tell Me Something Good op de proppen. Het was een schaars moment van opwinding tijdens de toch wat tamme zaterdag, waar wel Beth Hart een goede, solide show neerzet. Verrassen doet zij niet, maar dat is in haar geval geen enkel probleem. [SB]

Over vrouwen met power gesproken: ook op de vrijdag is daar geen gebrek aan. Te beginnen met wellicht de opvallendste combinatie op NSJ: Tony Bennett & Lady Gaga. Hun show start met een audiofragment van Frank Sinatra. Met Ol’ Blue Eyes spreekt hij vanuit het hiernamaals lovende woorden over zijn oude stapmaatje Tony Bennett. Terwijl de 88-jarige crooner kwiek het podium op rent, klinkt een oorverdovend applaus en luid tienergejoel. De bandpositionering en het oranje licht maken de Maas tot een casino in Las Vegas. Als het aura van de WOII-veteraan wordt aangevuld met de stralende verschijning van ‘mother monster’ ofwel Lady Gaga, is het sprookje compleet. Het duo zingt jazz-standards van hun gezamenlijke album Cheek To Cheek, zoals Anything Goes van Cole Porter en een intieme bigbandversie van Jerome Kerns I Won’t Dance. De twee iconen zijn overduidelijk gek op elkaar en de chemie is voelbaar als ze op het podium staan. Lady Gaga wisselt tussendoor vijf keer van outfit. Ze gaat van stijlvol naar sexy en van zakelijk naar galant. Solo zingt ze de sterren van de hemel, zoals tijdens haar cover van Bang Bang (My Baby Shot Me Down). Ook Bennetts krakerige nachtclubharmonie krijgt alle ruimte om te schitteren. Na een anekdote over Charlie Chaplin zingt hij de song Smile, dat niet onberoerd laat. Beide artiesten voorzien het publiek van een glimlach en kippenvel. [TvW]

De glitterbowl die Tony Bennett en Lady Gaga glamoureus over de Maas-zaal leegden, wordt keihard weggeblazen door de kracht van Alabama Shakes. Zangeres/gitarist Brittany Howard hoeft zich ook niet in laag uitgesneden glitterjurkjes te hullen. Een lange jurk in psychedelisch kleurenpatroon volstaat. Howard brult, snikt en stoot zich ruim anderhalf uur door alle poriën van de bezoekers heen. De ruige soulband uit Athens, Alabama opent met Rise To The Sun van debuutplaat Boys & Girls, maar het werk van het dit jaar verschenen Sound & Color is nog vele malen sterker. Howard heeft op dit album haar sterkste punten gevonden en dat is ook live, net als twee weken terug op Down The Rabbit Hole, hoorbaar. Haar emotionele gelaatstrekken tijdens de intense track Dunes laten elke noot rechtstreeks uit haar tenen komen en de band speelt ontzettend strak. Zo is de song The Greatest nauwelijks van de studioversie te onderscheiden. De show duurt ruim anderhalf uur en kent geen enkel inkakmomentje. De krachtige verschijning van Howard biedt daar ook geen ruimte voor. [TvW]

Eerder op de vrijdag wordt weinig met de pelvis geschud als bossanova-baas Sérgio Mendes nummers van zijn klassieker Brasil ’66 en het vorig jaar verschenen Magic speelt. Dat is jammer, maar ook begrijpelijk. Het moderne jasje waar de 74-jarige Braziliaan zijn songs in heeft gestopt, is namelijk gemaakt van een matig stofje. Dat ligt niet aan zijn drie fantastische achtergrondzangeressen en ook niet aan Mendes zelf, maar wel aan de behoorlijk slechte rapper H20. Tijdloze songs als Agua Du Beber en het onvermijdelijke Mas Que Nada worden er niet beter van als er iemand overheen rapt. Gelukkig staat H20 niet bij elk nummer op de bühne en dus is er nog genoeg om van te genieten. Er wordt een arsenaal aan Braziliaanse instrumenten uit de kast getrokken en ook The Beatles-cover Fool On The Hill laat de bezoekers voorzichtig dansen, maar Mendes’ pogingen om zijn muziek naar het moderne muzikale landschap van nu te trekken, maken het niet tot een zeer geslaagde show. [TvW]

De zondag opent LFL de dag juist met een jonge artiest die baadt in oude geluiden: Curtis Harding. Hij bracht vorig jaar met Soul Power zijn prima debuutalbum uit, een plaat vol licht psychedelische rhythm & blues met een garagerockend randje. Wat op plaat overigens mede komt door de bescheiden inbreng van Black Lips-bandleden Cole Alexander en Jared Swilley. Daarmee is ook direct de aanwezigheid van Jonah Swilley op drums verklaard. Dat is de broer van de Black Lips-bassist. Live helt Harding met zijn band vaak meer naar een klassiek bluesrockgeluid en dat komt zijn nummers ten goede. De uitmuntende kwaliteit van vooral gitarist Sean Thompson en bassist Curtis Whitehead zorgen voor de boost die de liedjes van de soulzanger uit Saginaw, Michigan nodig hebben. Harding heeft zelf aardige nummers, maar tijdens momenten van rust in de show vallen zijn songschrijverskwaliteiten toch lichtjes door de mand. Al is het natuurlijk ook geen schande dat het beste nummer van de show een cover is, want dat is Bill Withers’ klassieker Ain’t No Sunshine. [SB]

Opvallend genoeg horen we een paar uur later datzelfde nummer nog eens. Nee, Bill Withers is niet dood, het is gewoon toevallig dat ook Benjamin Duterde zich aan het nummer waagt. Hij doet dat met zijn geweldige band in een veel minder stevige versie, want bij Ben L’Oncle Soul is het zwoelheid troef. De Fransman begint nog compleet ontspannen zingend op een kruk, maar als hij er eenmaal bij begint te dansen, heeft hij zaal snel mee. Handjes in de lucht, meezingen, je kent het gedoe wel. In de soul van Ben zit een warme reggae-twist, een genre dat niet bekend staat om zijn veelzijdigheid. Maar in de show van Ben L’Oncle Soul is verveling juist geen moment aan de orde. Zo is het een aangename ‘breek’ in de show als tachtig procent van de artiesten het podium verlaat en alleen drummer Lawrens Clais en percussionist Stephane Edouard overblijven. Zij maken grote indruk met hun topsolo’s en opzwepende samenspel. Het is een show die tegelijk ontspannen aanvoelt, maar in feite vooral adrenaline losmaakt. [SB]

Een stuk saaier is op de zondag bij de Vlaamse zangeres Selah Sue en de Ghanees-Britse R&B-zanger Kwabs. Het is dan ook goed om het weekend af te sluiten met een potje rock & roll. Daar staat Gary Clark Jr. wel garant voor. Simpele muziek gespeeld door klasbakken. De hoofdrolspeler zelf oogt zo cool mogelijk als hij een volgende gitaarsolo door de Maas jaagt, wat een wat afstandelijk gevoel geeft. De bluesrocker handelt de show in de grote zaal professioneel af, zou je bijna zeggen. Een weinig gecompliceerde, maar lekkere show, waarin ook gitarist Eric Zapata zich in positieve zin laat gelden. Het is een beetje het gevoel dat we overhouden na de jubileumeditie van het festival in de havenstad: niet bijster veel verrassingen, wel als vanouds veel kwaliteit. De rijen die her en der voor de poorten stonden, waren het al met al waard om in te staan. [SB]

North Sea Jazz
Gezien op 10-12 juli 2015
Foto’s: Carolien Sikkenk (vrijdag en zaterdag) en Hans Colijn (zondag)
Meer foto’s? Bekijk het fotoalbum op onze Facebookpagina

2 Reacties

  1. HB 14 juli 2015 Reageer

    Geen toppers??
    Ik lees niets over John Legend en Lionel Richie.
    Beide toch behorend bij de hoogtepunten van 2015.

  2. mariette 18 juli 2015 Reageer

    Hoezo geen toppers?
    Marcus Miller, Jose James, David Sanborn, John Legend etc etc.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *