Rufus Wainwright in Koninklijk Theater Carré

“Ik ben een beetje verdrietig, moet ik toegeven.” Rufus Wainwright heeft net gehoord over de grote, verwoestende brand in de Notre-Dame. Veel mensen in de zaal duidelijk nog niet, aan de reacties te horen. Maar ach, als we dan toch een avond moeten beleven waarop kunst en melancholie samenkomen, dan maar bij Rufus Wainwright, toch?

Het is een feestje in Carré vanavond voor wie van het oudere werk van Rufus Wainwright houdt. Geen sonnetten en opera’s zoals op de laatste albums van de beste man, en zelfs niet de meer rechtlijnige pop van Out Of The Game (2012). Nee, deze tour draait vooral om de eerste twee albums van de Amerikaans-Canadese singer-songwriter; twee albums die twintig jaar later nog altijd uniek in hun soort zijn en amper in een hokje kunnen worden geplaatst.

Intimiteit
Het eerste deel van de set staat grotendeels in het teken van het titelloze debuutalbum van Wainwright uit 1998. We krijgen een aantal leuke anekdotes voorgeschoteld, bijvoorbeeld hoe hij het nummer Beauty Mark voor zijn moeder schreef nadat zij een aantal eerdere van zijn pogingen tot songwriting keihard de grond in had geboord. Het geeft de avond een bepaald gevoel van intimiteit die goed past bij het songmateriaal. Helaas komt niet de hele plaat voorbij, maar dat wordt gelukkig ruimschoots goedgemaakt door een geweldige coverversie van Joni Mitchells Both Sides, Now (dat Wainwright niet op haar verjaardag mocht spelen omdat Seal het nummer had gekaapt) en het nieuwe maar erg indrukwekkende Sword Of Damocles dat geschreven werd naar aanleiding van de midterm-verkiezingen in de Verenigde Staten.

Na de pauze is het vervolgens tijd voor Poses (2001) dat integraal wordt gespeeld. Een duidelijk ander album dan zijn voorganger, en het is dan ook vooral hier dat de vijfkoppige band het best tot zijn recht komt. De opbouw van Evil Angel blijft grandioos maar het is toch vooral ook het album als geheel dat het plaatje compleet maakt.

Grote gebaren
Dat Rufus Wainwright een man van de grote gebaren is, moge duidelijk zijn. Dat blijkt niet alleen uit zijn voorkomen (dat in de eerste helft nog vrij bescheiden is maar waarmee hij daarna compleet losgaat met glitterjassen en enorme mantels) maar ook uit zijn zangstijl. Elke – veelal langgerekte – noot heeft een ongekende hoeveelheid pathos in zich; wie zich daar op het studiowerk aan stoort, zal ook aan de liveoptredens weinig plezier beleven. Maar toch: het is niet gemaakt, geen gimmick. Dit is simpelweg wie Rufus Wainwright is en wat hij voelt. Wanneer in de toegift Going To A Town wordt ingezet en daarin de zin “I’m so tired of America” voorbijkomt, weet je gewoon dat hij dit meent met elke vezel. En dat blijft – naast uiteraard zijn geweldige talent voor songschrijven – de reden waarom deze man een van de beste artiesten in zijn soort is.

Rufus Wainwright in Koninklijk Theater Carré
Gezien op maandag 15 april 2019
Foto door Tina Tyrell

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *