Aerosmith: ‘Het geld ging op aan dope en snaren’ (classic interview)

aerosmith

Aerosmith kondigde onlangs aan te stoppen met optreden, vanwege stemproblemen bij frontman Steven Tyler. Daarmee komt een droevig einde aan de (live)carrière van de legendarische hardrockers. In Lust For Life 119 besteedden we uitgebreid aandacht aan de beginperiode van Aerosmith, naar aanleiding van het album 1971: The Road Starts Hear. De demo’s op die plaat laten horen dat het typische geluid er al vroeg was. Toch duurde het lang voordat Amerika en de rest van de wereld daar echt van onder de indruk raakten…

“Van alle grote Amerikaanse steden is Boston het meest op Europa gericht”, vertelt gitarist Joe Perry. “Ik denk dat het te maken heeft met de omvangrijke lerse gemeenschap. Er wonen ook veel mensen met Italiaanse roots. Het maakt dat de band met de oude wereld, zoals we Europa noemen, heel sterk is. Eerder dan elders werd daarom In Boston het nieuwe Britse popgeluid omarmd. Ik heb het natuurlijk over The Beatles, The Rolling Stones, The Who en The Kinks. Er waren twee groepen die een blijvende invloed op mij hadden. Fleetwood Mac, nog in hun bluesfase, was heel populair in Boston en trad er vaak op. Ik stond altijd vooraan om mij te vergapen aan het spel van Peter Green. Als je wilt weten waarom ik zo van Gibson-gitaren hou: daarom dus. In 1967 zag ik de film Blow-Up. In mijn favoriete passage rent de hoofdpersoon een club binnen en ziet daar een band spelen: The Yardbirds, met Jimmy Page en Jeff Beck. Ze speelden in dat fragment Stroll On, dat een versie was van Train Kept A-Rollin’. Veel feedback, geknars van versterkers. Ik werd ter plekke verliefd op die sound. Later hebben we met Aerosmith dat nummer ook opgenomen.”

Lange weg

Het was allemaal onderdeel van de lange weg die Aerosmith aflegde voor het verdiende succes arriveerde. De aanloop begon zelfs al vroeg in de jaren zestig. Steven Tyler (echte naam: Steven Tallarico) speelde al vanaf 1964 in New York met bandjes als The Strangeurs (later bekend als Chain Reaction). Niet veel later maakten Perry, bassist Tom Hamilton en drummer Joey Kramer de bezemkasten in Boston onveilig met The Jam Band. Zoals het beginnende bands betaamde, werden er veel covers gespeeld, afgewisseld met wat eigen probeersels. Een allesbepalende vonk sprong over toen beide bands op dezelfde avond optraden.

“Steven Tyler was een geweldige zanger”, herinnert Tom Hamilton zich. “Alleen moest hij in de meeste bands dat zingen combineren met drummen. Hij wilde achter dat drumstel vandaan, dat was de voorwaarde die hij aan de fusie verbond. Ray Tabano was in die prille fase onze slaggitarist. We repeteerden in een pand aan 1325 Commonwealth Avenue in Boston, waar we ook woonden. Het was in elk denkbaar opzicht een rock & roll way of life. Drank en drugs. Veel voor de tv hangen. Ondertussen speelden we waar ze ons maar wilden hebben. Het beetje geld dat we verdienden, hadden we nodig voor dope en snaren. Eten jatten we bij de supermarkten in de buurt.”

Klassieke bezetting

1971: The Road Starts Hear bevat weliswaar demo-opnames, toch geeft het album goed weer hoe zo’n optreden destijds geklonken moet hebben. Naast vroege versies van eigen songs als Mama Kin, Dream On en Movin’ Out bevat het de Rufus Thomas-cover Walkin’ The Dog. De nummers zijn toen waarschijnlijk opgenomen om een platenmaatschappij of een zaaleigenaar te paaien, de concrete ambitie viel niet meer te achterhalen. Wel is zeker dat gitarist Ray Tabano toen al vervangen was door Brad Whitford. “Weet je wat het is”, zei de vertrokken gitarist daar onlangs in het Amerikaanse blad Goldmine over, “alles gebeurt zoals het hoort te gebeuren. Als ik gitarist van Aerosmith had moeten zijn, was ik dat ook gebleven. Kennelijk hoorde het niet zo te zijn.”

Met de komst van Whitford was de klassieke bezetting van Aerosmith compleet, maar daarmee openden zich nog niet meteen de deuren naar het grote succes. “Niets was makkelijk”, weet Hamilton nog. “Brad was inderdaad de ontbrekende schakel. We waren een goede band, maar alles was ook heel chaotisch. Steven en Joe waren in muzikaal opzicht een gouden koppel. Ze hadden het alleen voortdurend met elkaar aan de stok. Botsende ego’s. Er kwam eindelijk een lijn in het verhaal toen David Krebs en Steve Leber onze managers werden. Zij wisten Clive Davis, de grote man van platenmaatschappij Columbia, naar een optreden van ons in de nachtclub Max’s Kansas City in New York te lokken. Ik zal nooit vergeten dat hij na afloop bijna achteloos zei: ‘Ooit zullen jullie sterren zijn.’ We hebben daar later nog het nummer No Surprize over geschreven.”

Lauwe recensies

De band kreeg 125.000 dollar om het debuut op te nemen. Een aanzienlijke som, waarvan links en rechts wel heel wat percentages aan allerlei strijkstokken bleven hangen. Toch illustreerde het bedrag het vertrouwen dat het label in de band had. Het debuut werd in oktober 1972 in de Intermedia Studio in Boston opgenomen en lag op 5 januari van het nieuwe jaar in de platenzaken. In Boston werd het nog wel uit de bakken geplukt, maar elders was de belangstelling voor het nieuwe, lawaaierige rockbandje minimaal.

“We schoten bepaald niet uit de startblokken”, glimlacht Hamilton bij de herinnering. “In de regio Boston verkochten we enkele tienduizenden exemplaren. Daarbuiten viel het verhaal helemaal stil. Wat ons opbrak: veel lauwe recensies, met makkelijke verwijzingen naar The Rolling Stones. Natuurlijk, we waren fan van die band, maar ik kreeg de indruk dat de journalisten van dienst zich vooral blindstaarden op de Jagger-achtige lippenpartij van Tyler. Het toonaangevende blad Rolling Stone weigerde ons debuut zelfs te bespreken. Dat zorgde voor een aversie tegen de gevestigde pers die nooit meer helemaal is weggegaan. We kregen van niemand hulp. We moesten alles zelf doen.”

Dream On

Vanwege de tegenvallende verkoop dreigde Aerosmith al na één plaat door Columbia op de keien gezet te worden. Het lot van de band werd nog precairder toen Clive Davis vanwege gedoe met onkostendeclaraties de wacht werd aangezegd. Het management van de band smeekte bij het label om de ballad Dream On uit te brengen, een nummer waarvan Tyler al in de jaren zestig een eerste aanzet had geschreven. De breekbare melodie was geïnspireerd door het pianospel van zijn vader op de Steinway-vleugel. De zanger had als kind heel wat uren aan de voeten van zijn vader doorgebracht.

In de zomer van 1973, het debuut kwijnde al een half jaar weg, werden de gebeden van de band en het management eindelijk verhoord. Dream On werd in een aangepaste versie op single uitgebracht. Waar alle betrokkenen op hoopten, gebeurde ook. De single werd opgepikt door de nationale rockradio: de platenkopers haakten in. Het nummer werd een hit in Amerika en Canada. In Nederland kwam de single in december 1973 niet verder dan de tipparade, maar ook hier werd de nieuwe Amerikaanse groep opgemerkt.

De redding van Aerosmith

Dream On werd de reddingsboei waar band en platenmaatschappij zich aan vastklampten. Aerosmith kreeg een herkansing en greep die aan. De band nam het tweede album Get Your Wings op, met daarop onder andere Train Kept A-Rollin’, het nummer dat jaren eerder het leven van Perry veranderd had. Met een 74ste plaats in de Billboard Album Top 200 was het nog steeds geen homerun, maar voor de band zelf wel een belangrijke stap. De eerste, voorzichtig positieve recensies druppelden binnen.

Op het debuut lagen de invloeden wel erg dicht onder de oppervlakte, maar op de opvolger liet de band veel meer z’n eigen gezicht zien, al was het maar omdat Steven Tyler minder krampachtig zong. De doorbraak volgde in 1975 met Toys In The Attic, dat met Sweet Emotion, Walk This Way, Big Ten Inch Record en het titelnummer een aantal instantklassiekers bevatte. Het vervolg van de loopbaan van Aerosmith zou verre van rimpelloos zijn, maar die derde plaat bezorgde het vijftal uit Boston een sterrenstatus die het zich niet meer liet afpakken.

Teken van leven

1971: The Road Starts Hear is een van de weinige tekenen van leven van de band in de afgelopen jaren. Toch lijkt de ambitie voor een opvolger van Music From Another Dimension!, het vijftiende en meest recente studioalbum dat in 2012 verscheen, nauwelijks aanwezig te zijn. In dat licht is het opvallend dat Tabano, de gevallen gitarist, het drukker dan ooit lijkt te hebben. In de achterliggende jaren draafde hij op in tv-shows als American Pickers en Pawn Stars om te praten over Aerosmith-memorabilia. Hij staat daarnaast regelmatig op het podium met zijn British Invasion-show, een set waarin het draait om de hits van The Rolling Stones, The Kinks, The Beatles en The Who. Nummers waarmee het allemaal begon voor Aerosmith.

Foto: Universal Music
Dit artikel is afkomstig uit Lust For Life 119 (april 2022). Deze editie nabestellen? Dat kan hier.

1 Reactie

  1. T8T 14 september 2024 Reageer

    Nooit geweten dat de band het zo lastig had om bekend te worden.
    Toevallig heb ik ooit een CD van ze gekocht waar ook Train Kept A Rolling opstaat.
    Mijn eerste kennismaking met hun muziek kwam met die zeer bekende videoclip met de hip hop formatie Run DMC.
    Ik zal wel niet de enige zijn hierin.

    Steven heeft stem problemen was ook op het NOS nieuws. #**# vervelend en jammer. Wel kampen meerdere zangers hiermee, dus handig om daarnaast ook goed overweg te kunnen met een gitaar of ander muziekinstrument.
    De bands die ik het meeste waardeer hebben juist vocalisten die er niks van bakken. De charme van slecht zingen is dat het geheel goed doorleeft klinkt.
    Zoals een gort droge elektrische gitaar met veel distortion. Rock, dat is Aerosmith.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *