Het Holland International Blues Festival in het Drentse Grolloo zit in een ontwikkelingsfase. Dit jaar was voor het eerst een tweede podium toegevoegd en dat betekende dat afgelopen vrijdag en zaterdag maar liefst twintig acts hun opwachting konden maken. Die uitbreiding is volgens organisator Mojo nog maar het begin, want volgend jaar hoopt men het grasveld tegenover de huidige locatie ook bij het festival te betrekken. Zodat het bezoekersaantal flink kan worden opgeschroefd. Van 14.000 naar 25.000. Ook in het wereldje van de blues is het tegenwoordig groot, groter, grootst. En dan maar hopen dat op een dag geen foute investeerder aan de poort staat.
Dat neemt niet weg dat een tweede (buiten)podium een vooruitgang is voor het Holland International Blues Festival. Zeker omdat ditmaal ook breder was geprogrammeerd. Tijdens voorgaande edities was ook al geen sprake van blues in de strikte zin van het woord, maar genres als country en Americana kwamen tot nu toe nauwelijks in het programmaboekje voor. Ditmaal was daar met namen als JD Clayton, Margo Price, Jenny Don’t And The Spurs, Tami Neilson en Pokey LaFarge wel alle ruimte voor. Nou ja, genoemde artiesten maken geen klassieke country, maar ze hebben in hun jonge jaren gesmuld van de muziek van Willie Nelson, Merle Haggard en George Jones. Sterker nog, Margo Price trad eerder dit jaar nog op tijdens de veertigste editie van het oorspronkelijk door Willie Nelson op touw gezette festival Farm Aid in Minneapolis, samen met de 92 jaar oude baas zelf.
‘De tijd van mijn leven’
Het bluesfestival op de Drentse hei was ooit opgezet door Johan Derksen als eerbetoon aan Nederbluespionier Harry Muskee, alias Cuby, en die traditie leeft nog altijd voort. Zo hebben de beide podia de namen Solid Sender en Devil Daisy gekregen. Wie een beetje op de hoogte is van het repertoire van Cuby en z’n Blizzards, weet natuurlijk dat dat titels zijn van nummers van de groep.
De presentatie was dit jaar niet in handen van Erwin Nyhoff, maar van Hilde Vos uit Zuidlaren, op dit moment de enige echte klassieke countryzangeres die ons land rijk is. Het enthousiasme straalde van haar af, net als bij haar optredens. “Ik vind het een eer dat ik artiesten aan mag kondigen die mij al jaren inspireren. Bonnie Raitt, Robert Cray, Pokey LaFarge en Melissa Etheridge zijn helden van mij”, glundere Hilde. “Ik heb de tijd van mijn leven.”
Genadeloos beukende zon
Het is ondoenlijk om alle twintig acts te bespreken die vrijdag en zaterdag in Grolloo onder een genadeloos beukende zon de revue passeerden, daarom vissen we even een paar krenten uit de pap. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat de andere artiesten niets te vertellen hadden.
Margo Price tekende vrijdagavond voor potige countryrock, die bij vlagen deed denken aan de bloeiperiode van de outlawbeweging in de countrymuziek eind jaren zeventig. Als Price zingt over pijn en verdriet, weet ze waar ze het over heeft, want ooit verloor ze de helft van een tweeling. Het is te veel eer om haar op basis van haar optreden in Grolloo de vrouwelijke Willie Nelson te noemen, maar ze verdient zeker een schouderklopje voor de manier waarop ze hedendaagse country z’n ziel teruggeeft. Price sloot haar set fraai af met een a capella versie van Janis Joplins Mercedes Benz.
Vrolijk clubje
Helemaal in het verlengde van de muziek van Margo Price, maar wel een klasse minder, ligt die van Jenny Don’t And The Spurs. Al put dit clubje vrolijke muzikanten uit Portland, Orgeon, meer uit de rockabilly-bronnen van de jaren vijftig. Om er vervolgens een draai aan te geven zoals dat veertig jaar geleden al werd gedaan door ‘cowpunkers’ als Rubber Rodeo, Rank And File en Jason & The Scorchers.
De eerste echte ‘grote act’ was vrijdagavond Robert Cray. Het is nog steeds zijn grote verdienste dat hij in de jaren tachtig bewees dat blues niet gemeen hoeft te klinken, maar ook zeggingskracht heeft als hij relaxed en melodieus wordt gebracht. Daarmee bewees hij dit genre een grote dienst, want het werd opgepikt door een jong publiek dat anders nooit de blues had ontdekt. Cray is een van de weinige Amerikaanse bluesartiesten die ook in ons land hits had, met onder andere Right Next Door (Because Of Me) en Don’t Be Afraid Of The Dark.
Dat eerste nummer passeerde vrijdagavond in een breed uitgesponnen versie de revue en is eigenlijk nog steeds stereotiep voor de manier waarop Cray de blues interpreteert: op een hele vriendelijke manier en met een flinke scheut soul. Cray maakte vrijdagavond nog eens duidelijk dat hij in zijn genre een ‘gentleman’ is, maar dan wel eentje die zijn gitaar lekker gemeen kan laten klinken als hij eenmaal op dreef is.
Dansbare mix
In de muziek van Pokey LaFarge hoor je zo’n beetje alle stijlvarianten voorbijkomen van Amerikaanse rootsmuziek. LaFarge heet in werkelijkheid Andrew Heissler en heeft in ons land een aardige aanhang opgebouwd. Vrijdagavond trakteerde hij het publiek op een fraaie en dansbare mix van ragtime, jazz, countryblues, western swing, calypso en reggae.
Uitsmijter vrijdagavond was Bonnie Raitt. Ze is inmiddels 75 jaar, maar haar haar is nog altijd vlammend rood, haar stem vertoont geen enkel barstje en haar gitaarspel is nog bijzonder soepel. En dat is mooi, want dat elementaire slidegitaarspel is immers ook sinds jaar en dag haar belangrijkste visitekaartje. Daarmee heeft ze zich in de voorste regionen van de rockmuziek weten te handhaven. Raitt straalde vrijdagavond in haar muziek nog steeds een zekere ‘grandeur’ uit. Een vrouw die een heel eigen hoofdstuk in de geschiedenis van de popmuziek heeft geschreven en daar veel te bescheiden over is. Maar strijdvaardig is ze nog altijd. “I’m so glad to be out of the damned USA”, vertrouwde ze haar publiek toe.
Minder country, meer blues
Het zaterdagprogramma bood wat minder country, maar wat meer blues uit alle windstreken. Zo was er ’s middags ruimte vrijgemaakt voor onze eigen Leif de Leeuw Band. De Leeuw ademt muziek en is altijd op zoek naar nieuwe inspiratiebronnen in de wereld van de blues. Zijn set op de Drentse heide bewees dat deze in Amersfoort geboren en getogen muzikant op zijn beurt zo langzamerhand is uitgegroeid tot een gitarist die inspirerend is voor collega’s. Hij lijkt samen met Sem Jansen steeds beter uit de voeten te kunnen met de beste ingrediënten uit alle kruisbestuivingen van Amerikaanse rootsmuziek, met de nadruk op Southern rock in de stijl van de Allman Brothers.
Het optreden van Melissa Etheridge was een aangename verrassing. Het is zo lang geleden dat ik haar heb gehoord, dat ik bijna vergeten was hoe goed haar stem klinkt. Maar nu ben ik dan weer helemaal bij de les. Etheridge heeft niet alleen een dijk van een stem, ze schrijft ook soepele rockliedjes met een kop en een staart. Wie zaterdagavond goed naar haar teksten luisterde, kreeg een aardig beeld van haar turbulente lesbische leven, want de zangeres maakt van haar hart nou eenmaal geen moordkuil. Melissa Etheridge had kortom aardig wat te melden in Grolloo en dat deed ze met aanstekelijke en soms potige rocksongs. Getooid met een zwarte cowboyhoed en in houthakkershemd leefde ze zich met zichtbaar plezier uit op haar twaalfsnarige gitaar en zelfs op het drumstel.
Niet de zoveelste retroband
The Heavy Heavy was weer heel wat anders. In de liedjes van dit duo uit het Engelse Brighton hoorde je zo’n beetje de hele pophistorie uit de roerige jaren zestig voorbijkomen. Maar dan wel op een frisse manier vormgegeven en met een nieuwe dimensie eraan toegevoegd. Will Turner en Georgie Fuller bewijzen dat er in de muziek van de jaren zestig nog zo met noten kan worden geschoven dat iets nieuws ontstaat. Nee, The Heavy Heavy is beslist niet het zoveelste retrogroepje, daarvoor zit er te veel visie in de muziek.
Seasick Steve was met een heel arsenaal aan zelfgebouwde gitaren naar Grolloo gekomen, sommige gemaakt van koektrommels, bierblikken, zeepkisten en wat dies meer zij. Samen met een drummer zorgde hij voor het meest elementaire, rauwe en ongecultiveerde bluesgeluid van het hele festival. Een soort oerblues in de trant van R.L. Burnside, The Jon Spencer Blues Explosion en Bo Diddley. Doodzonde dat hij dat geluid niet meer laat horen op zijn recente albums.
Super relaxed
Uitsmijter van het festival was de IJslandse band Kaleo. Onder leiding van zanger/gitarist Jökull Júlíusson staken de mannen de handen flink uit de mouwen voor een uurtje pittige en ambachtelijke alternatieve rock, folk en bluesrock, compleet met pedal-steel. Drie jaar geleden bewees Kaleo op Pinkpop al dat de groep van wanten weet en dat was in Grolloo niet anders. Persoonlijk had ik het meer op z’n plaats gevonden als Robert Cray de laatste ronde had geserveerd, want in Grolloo was hij toch de man die op grond van zijn verdienste voor de blues de meeste strepen op z’n mouw had en in rangorde de hoogste was. Maar geen gezeur, deze achtste en super relaxte editie van het Holland International Blues Festival was met dank aan het tweede podium buitengewoon gevarieerd. En het was best uit te houden onder die gloeiend hete zon.
Holland International Blues Festival
Gezien op 20 en 21 juni 2025
Foto’s door Ans van Heck
Foto’s van Seasick Steve, The Heavy Heavy, Tami Neilson en Kaleo door Marco van Rooijen
2 Reacties
MEER BLUES!
Daar staat dit festival om betekend toch!?
Dit jaar viel tegen qua blues!! Mensen gingen zelfs eerder weg!
Zoek op Spotify en je vind genoeg blues bandjes om uit te nodigen. Kom op zeg.please keep the blues! blues en niet de andere genres die er waren dit jaar. We willen blues!!
De programmering blues en country geen goede keuze.
Continu muziek slechte keuze. Zet dan de muziek in de tent of het plein uit. Een gesprek niet meer mogelijk. Margo Price grote misser in de tent.
Gesprek na optreden in de tent niet mogelijk door optreden buiten.
Een singer songwriter zou nog kunnen maar een vand buiten??