Met Robert Plant had Koninklijk Theater Carré gisteravond een van de allergrootsten uit de rockmuziek in huis. Het is 45 jaar geleden dat Led Zeppelin stopte en sindsdien zagen we hem solo en in andere bands. Deze keer stond hij hier als lid van Saving Grace. Het werd een heel bijzondere avond.
Geen Stairway To Heaven vanavond en geen Immigrant Song. Op de setlist staan covers, traditionele Americana en toch een paar nummers van ‘Led Zep’. Hoewel veel bezoekers vooral voor de legendarische Plant zijn gekomen, is hij hier nadrukkelijk een van de bandleden. Soms neemt hij de lead, vaak zingt hij in duet met zangeres/accordeonist Suzi Dian en een enkele keer beperkt hij zijn bijdrage tot het bedienen van de rumbaballen. Steeds virtuoos en met zichtbaar veel plezier.
Plant heeft dan ook een mooi team om zich heen verzameld: Dian heeft een stem als een klok. Matt Worley excelleert op banjo en baritongitaar (en is in het dagelijks leven kroegbaas in Worcestershire), Tony Kelsey speelt allerlei gitaren (en zat ook in The Move). Muzikaal zijn de vocalen van Robert Plant echter het hoogtepunt. Hij werd al eens gekozen tot ‘Greatest Metal Vocalist Of All Time’ en zijn stem heeft na al die jaren nauwelijks aan kracht ingeboet. Zijn uithalen bezorgen massaal kippenvel. In 1969 stond Led Zeppelin in een half leeg Concertgebouw, er zijn vast mensen in de zaal vanavond die daar bij waren.
Losjes en ontspannen
Het optreden begint met The Cuckoo, een traditional die onder anderen Bob Dylan en Taj Mahal ook al eens op hun repertoire hadden. Plant staat losjes en ontspannen op het podium, met zijn meer dan driekwart eeuw oud swingt hij nog behoorlijk. Meteen ook valt de banjo van Worley op, die mede de sfeer bepaalt: folk, blues, Americana en af en toe een rauw randje. Met Four Sticks hebben we ons eerste nummer van Led Zeppelin binnen. Wijlen John Bonham speelde het destijds inderdaad met vier drumstokken tegelijk, nu gaat het er iets rustiger aan toe, maar de stem van Plant brengt ons terug naar 1971. Een heel bijzondere ervaring.
Je merkt ook dat de combinatie folk en rock heel goed werkt: Led Zeppelin was (mogen we dat zeggen?) eigenlijk ook een folkgroep, maar dan wel een heel harde. Down To The Sea is een eigen nummer van Plant, bij Soul Of A Man zingt Worley, daarna is Suzi Dian aan de beurt bij Orphan Girl, een nummer dat we kennen van Gillian Welch. Saving Grace is een team en zeker geen begeleidingsband. Met een knipoog naar zijn lange carrière zegt Plant dat het even duurde om op dit niveau te komen.
Vermakelijk causeur
Dat het niveau destijds ook al heel aardig was, weten we en blijkt uit The Rain Song uit 1973 (ooit geschreven omdat George Harrison beweerde dat Zeppelin geen ballads kon schrijven). Met dat prachtige melodieuze rifje is dit het hoogtepunt van de avond. De accordeon van Dian past er wonderschoon bij. Het publiek reageert met een donderend applaus.
Tussen de nummers door is Plant een vermakelijk causeur. Een grapje over Golden Earring, uitweidingen over Moby Grape en Low. Van de laatste twee worden ook songs gespeeld. Robert introduceert Suzi (“She is so fucking good”), die daarna blozend de rest aan ons voorstelt. Nummers van Neil Young en Los Lobos en dan zijn we weer terug bij Led Zeppelin met Friends. Als toegift twee traditionals, eentje uit de zeventiende eeuw (“uit de tijd van The Yardbirds en Led Zeppelin”). Als verrassing komt ook een stukje Black Dog langs. De kwaliteit valt op vanavond, van de zang en van de instrumenten. Het charisma van Plant ook. Overheersend is echter het enorme plezier van iedereen, op het podium en in de zaal.
Robert Plant Presents Saving Grace Featuring Suzi Dian in Koninklijk Theater Carré, Amsterdam
Gezien op dinsdag 6 mei 2025
Foto’s door Robin Looy
Meer lezen over Robert Plant? Bekijk hier Lust For Life 044, inclusief een uitgebreid interview met de legendarische Led Zeppelin-zanger!
0 Reacties