Weinig bands zullen hun vijftigjarig jubileum vieren met zoveel energie dat het lijkt alsof de leden nog wel vijftig jaar door willen gaan. The Stranglers wel. Natuurlijk, we zien vanavond de Britten niet in hun beginopstelling (verre van dat), maar de groep brengt deze avond in Amsterdam een krachtig optreden waarbij vele bekende nummers langskomen.
Eerst maar even de band zelf: het enige originele Stranglers-lid dat we vanavond zien, is bassist Jean-Jacques Burnel. Zanger Hugh Cornwell nam al in 1990 afscheid, drummer Black en toetsenist Greenfield hebben het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Is dat een bezwaar? Nee, niet echt. Gitarist Baz Warne deelt al bijna een kwart eeuw de leadvocals met Burnel en ook de anderen zijn adequaat vervangen. Feit is dat medeoprichter Burnel met zijn bas een groot stempel op de sound drukt en dat is gebleven.
Als vanaf tape Waltzinblack klinkt, weet het publiek dat de mannen in aantocht zijn. En inderdaad, even later zetten ze, natuurlijk geheel in het zwart gekleed, Toiler On The Sea in. Warne spuugt de woorden haast uit, na een lang instrumentaal intro. Burnel zou je zijn 72 jaar niet geven. Zijn melodische baslijnen zijn bepalend voor de sound, maar aan het begin van het concert staan de lage tonen zo prominent afgesteld dat het lijkt of een deel van de Melkweg in de Lijnbaansgracht dreigt te vallen. Na twee nummers is de mix gelukkig wat evenwichtiger. Warne zingt de partijen die Cornwell oorspronkelijk voor zijn rekening nam en hij doet dat goed. Bij Duchess zingt de hele band mee en dat niet alleen, de laatste regels worden overgenomen door het publiek. En dat is pas het derde nummer…
Tegendraads ritme
The Raven is altijd een hoogtepunt bij concerten van de band. De ritmesectie speelt strak samen met de synthesizer, daarna valt Burnel zingend in. Zijn stem is enigszins aangetast door de tand des tijds, maar niet hinderlijk. Nice ’n’ Sleazy heeft zo’n mooi tegendraads ritme waar The Stranglers patent op lijken te hebben. Drummer Jim Macaulay is zo geconcentreerd dat het puntje van zijn tong uit zijn mond komt.
En zo stomen we even door, met nummers van wel tien albums (en verderop ook nog een cover). Bij Skin Deep zijn we halverwege en hebben we de eerste echte hit te pakken. Het publiek reageert navenant door flink mee te zingen. Peaches heeft een tekst die tegenwoordig niet meer door de censor zou komen, maar destijds was het nummer al bedoeld als een persiflage. Strange Little Girl staat deze tour niet steeds op het programma, maar we hebben geluk. Vooral het refrein is zeer aanstekelijk. En dan Golden Brown, een van de nummers waarop we gewacht hebben. Dat bijzondere ritme: de drummer en bassist hebben het natuurlijk onder de knie, maar toetsenist Toby Hounsham doet of een enigszins eigen interpretatie of hij moet nog wat wennen.
Ouderwetse pubrock
Always The Sun is de publiekslieveling en het ‘always, always’ klinkt uit vele kelen. Die ene cover is Walk On By, van Burt Bacharach. Het klinkt zoals The Doors het gecoverd zouden hebben (had gekund, het is een nummer uit 1963). Hounsham heeft hier zijn Ray Manzarek-moment. Als toegift krijgen we eerst het oudste nummer ooit van The Stranglers, Go Buddy Go. En zo klinkt het ook, ouderwetse pubrock. Daarna natuurlijk No More Heroes. Dat is genieten, al was het maar uit jeugdsentiment. En op de vraag wat er met die helden gebeurde, kregen we vanavond een overtuigend antwoord.
The Stranglers in Melkweg, Amsterdam
Gezien op vrijdag 25 oktober 2024
Foto’s door Ans van Heck
3 Reacties
Heel beeldend, zag het zo voorbij komen.
helemaal waar. ik vond het beslist de moeite waard.
even gedacht kijk ik naar een tribute the stranglers maar nee. the stranglers als band is groter dan de leden.
Was fantastisch. Heerlijke sfeer. Geweldig geluid en band die er nog altijd heel veel plezier in heeft. Super.