Arctic Monkeys in Ziggo Dome (live-recensie)

  • arctic-monkeys-ziggo-dome-2023

De laatste keer dat Arctic Monkeys een niet-festivaloptreden verzorgde in Nederland was twaalf jaar geleden. Het album Suck It And See was pas net uit en de Ziggo Dome was nog in aanbouw. Drie platen verder keerde de band terug met een concert waarin niet per se het recente The Car centraal stond, maar onbedoeld(?) een grote greatest hits-show tot stand kwam.

Er zijn weinig bands die in de voorbije twee decennia een grotere gedaanteverwisseling hebben ondergaan dan Arctic Monkeys. De typisch Britse rammelende indierock van weleer is al lang en breed ingeruild voor langzame, jazzy getinte crooners. Het maakt dat je op voorhand niet weet wat je krijgt en in het geval van deze tour krijgen de toehoorders in de Ziggo Dome van alles. Dat wordt al duidelijk bij de eerste twee songs: Sculptures Of Anthing Goes en Brianstorm. De eerste komt van het recente The Car en laat de zaal ondanks diverse donkere dreunen meewiegen, de tweede is een van de songs met het hoogste aantal beats-per-minute uit de Arctic Monkeys-catalogus, waarbij het tempo van drummer Matthew Helders ongeëvenaard is. Alsof de rebellen uit Sheffield direct een statement willen afgeven over de breedte van hun oeuvre.

Toch leunt Arctic Monkeys na twee croonerplaten deze avond meer op de beginperiode. The Car komt slechts mondjesmaat aan bod. Tranquility Base Hotel + Casino (2018) heeft nog minder speeltijd toebedeeld gekregen met enkel Four Out Of Five. Al benadrukt een concert met zo’n setlist door nummers als Snap Out Of It, Cornerstone, Why’d You Only Call Me When You’re High en Fluorescent Adolescent nog maar eens dat de transitie naar de laatste twee platen aangekondigd, organisch en logisch was.

Rockidool Turner

Zanger Alex Turner zelf heeft ook een behoorlijke tijdreis gemaakt met een outfit en kapsel die rechtstreeks uit de jaren zestig/zeventig zijn weggeplukt. Dat wordt versterkt door de aankleding achter hem met een enorme o-vormige boog, waarbij je verwacht dat er ieder moment een special guest uit komt lopen. Maar dat blijft uit. Een special guest is bovendien niet nodig, want Turner steelt zelf de show. Al hoeft hij daar weinig moeite voor te doen. Het gejoel dat opstijgt als hij zo nu en dan de zaal in kijkt of een handbeweging richting de tribunes maakt, onderstreept nog maar eens dat hij een van de absolute rockidolen van de 21e eeuw is. Wanneer hij tijdens There’d Better Be A Mirrorball zijn heupen loswiegt, is het gegil niet van de lucht.

Daarna is het weer voer voor de rockliefhebbers. De knipperende zwevende lichtmuren vergezellen knallers uit de vroege jaren als Teddy Picker en The View From The Afternoon. Als er dan ruimte is voor de nieuwere platen, geeft Turner dat tijdens het eerste deel van de setlist handig aan door zijn zonnebril op te zetten. Bij songs als Big Ideas valt extra op dat de geluidskwaliteit niet fantastisch is.

Big Ideas loopt naadloos over in het een stuk oudere Cornerstone, waarna met Do I Wanna Know? probleemloos geschakeld wordt naar de meer elektronisch geladen klanken van Arctic Monkeys. Daarna wordt het kermisorgel ingestart voor Pretty Visitors, waarin de imperfecties nauwelijks opvallen dankzij het waanzinnige tempo waarin het nummer voorbijraast. Niemand in de zaal trekt zich daar dan ook iets van aan. De overtuiging van de band en de présence van Turner in het bijzonder vlakken dat overtuigend uit. En anders zijn er nog wel andere facetten, zoals de korte maar verbluffende gitaarsolo van Jamie Cook in Arabella, ter compensatie.

Alles is een hit

Alles is inmiddels een hit bij Arctic Monkeys. Het maakt niet uit welk nummer er wordt ingestart, de waardering vanuit de zaal stijgt steevast op als de eerste noten klinken. Een song als 505 – waarvoor een gigantische discobal uit het plafond zakt – is door de jaren heen uitgegroeid tot een volwaardige meezinger, iets dat iemand die enkel de albumversie uit 2007 heeft gehoord waarschijnlijk niet direct had voorspeld. Sowieso is de muzikale invulling heel anders dan zestien jaar geleden, met onder meer fraai pianospel dat de hoofdrol opeist. Maar ook een nieuwkomer als Body Paint kan vanaf noot één de goedkeuring wegdragen. Enthousiasme dat beloond wordt als Turner aan het eind laat zien ook nog het gitaarscheuren tot in de puntjes te beheersen.

Ook al is elk nummer een hit, het is overduidelijk wat de hit onder de hits is. I Bet You Look Good On The Dancefloor (van het debuut Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not) is bewaard voor de encore en zet de zaal volledig op zijn kop. Afsluiter R U Mine? is er om iedereen die toch nog wat energie overheeft aan te moedigen de laatste restjes kracht in de Ziggo Dome achter te laten. Het einde van een feest voor iedereen die zeven platen Arctic Monkeys heeft meegemaakt. Geen perfecte show, maar wel een hele dikke Four Out Of Five.

Arctic Monkeys in Ziggo Dome, Amsterdam
Gezien op vrijdag 5 mei 2023
Foto’s (gemaakt tijdens de show van 6 mei) door Ans van Heck 

0 Reacties

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *