Yes in 013

Yes press

“Ik heb ze een paar jaar geleden in Nijmegen gezien, maar dat vond ik niet best”, hoor ik kort voor het optreden de ene Yes-fan tegen de andere zeggen. “Bijzonder dat je dan nu toch weer gaat”, luidt de verbaasde reactie. “Welnee, joh! Dit wil ik niet missen. Straks zijn ze dood!” Deze conversatie is tekenend voor het geduld en de loyaliteit waarmee de trouwe Yes-aanhang naar Tilburg is afgereisd. De band die ooit moeiteloos Ahoy vulde, maar na talloze bezettingswijzigingen, interne strubbelingen, matige releases en discutabele optredens naar een bedenkelijk niveau afzakte, vult 013 vanavond toch tot aan de nok met nieuwsgierige bezoekers.

Vooruit, 013 is geen Ahoy, maar iedere aanwezige lijkt zich bewust van de historische waarde van deze concertreeks. Tijdens de ‘Three Album 45th Anniversary Tour’ worden namelijk Close To The Edge (1972), Going For The One (1977) en The Yes Album (1971) integraal uitgevoerd, en dat is een kans die zelfs de kritische fan niet aan zich voorbij kan laten gaan. Bovendien heeft de ouwe progreus met Jon Davison een nieuwe man achter de microfoon, die zijn voorganger Benoît David op papier (Sky Cries Mary, Glass Hammer) moet kunnen overklassen.

De Canadees Davison weet zich in Yes-line-up nummer 317 gesteund door Chris Squire, Alan White, Geoff Downes en Steve Howe. Slechts Squire en Howe hebben op alle drie genoemde albums een bijdrage geleverd, maar een kniesoor die daar een punt van maakt. Merkwaardig is wel dat tijdens de intromuziek van Igor Stravinsky een retrofilmpje met archiefbeelden voorbij komt, waarin ook de bezetting die over een paar seconden het podium op stapt, veelvuldig in beeld verschijnt. Yes en ego’s… sommige dingen veranderen nooit.

Rommelige opening
De opening met de twintig minuten durende titeltrack van Close To The Edge is rommelig. De timing en het samenspel is niet bepaald strak te noemen, waarbij vooral Steve Howe af en toe de weg kwijt is. Howe, ooit een ware God onder de proggitaristen, zwalkt deze avond van grote hoogtes (o.a. akoestisch spel in Clap) naar diepe dalen, waarbij vooral zijn zeggingskracht in een nummer als And You And I bijna helemaal is verdwenen. Jon Davison begint wat geforceerd in zijn pogingen een goede Anderson-imitatie neer te zetten. In presentatie lukt dat aardig, bij de hoge noten horen we hem hard werken. Het resulteert in een soort kinderstemmetje dat nu en dan wat irritatie oproept. In het ‘I get up, I get down’-deel, halverwege de opening, zorgt Davison echter al meteen voor een eerste moment van kippenvel.

Ook Siberian Khatru rammelt aan alle kanten, waarbij opvalt hoe weinig contact er tussen de bandleden onderling is. Iedereen doet zijn best en er is oprecht spelplezier zichtbaar, maar we zien bar weinig bezieling onder elkaar. De grilligheid van de avond zet zich voort in de presentatie van Going For The One. Het is af en toe even doorbijten, zeker wanneer nummers als Parallels worden ondersteund door nogal ‘cheesy’ begeleidingsfilmpjes. Toch gebeuren er in Awaken weer hele mooie dingen zodra Squire, Downes en White even als trio de oude grandeur herstellen en laten zien dat de chemie er nog wel degelijk is.

Blije gezichten
Bij de eerste tonen van The Yes Album komt ook de zaal tot leven. Hoewel de zwakke, en vooral vlakke uitvoerig van Yours Is No Disgrace de kritische volger nog achter zijn symfonische oren laat krabben, is een magistraal Starship Trooper dan vervolgens weer het onbetwiste hoogtepunt van de avond. Met toegift en meezinger Roundabout valt de balans van een show die alle kanten opschoot, gelukkig toch nog positief uit. Blije gezichten op het podium, blije gezichten in de zaal. Zodra de lichten aangaan, is de zucht van opluchting bijna hoorbaar. Yes is nog niet dood. Belangrijker nog, Yes heeft met Jon Davison een capabele zanger in huis die via wat kleine aanpassingen en met – hopelijk – een frisse, nieuwe cd (het binnenkort te verschijnen Heaven & Earth) voor nieuw elan kan zorgen.

Gezien op donderdag 22 mei in 013 Tilburg

10 Reacties

  1. Leijten 23 mei 2014 Reageer

    Zou ik bij een ander concert zijn geweest? Ik heb alleen genoten, en dan vooral van de zuivere stem van Jon Davison, en van zijn manier om contact te maken met het publiek. Om mij heen overal mensen die het mooi leken te vinden. ( uitspraken als ‘ klasse’ en ‘grandioos’) het was geweldig om dit concert mee te kunnen maken.

  2. Sjack 23 mei 2014 Reageer

    Begin was inderdaad rommelig, bas stond te hard naar mijn idee, bij Siberean Khatru had ik het gevoel dat Steve Howe het tempo niet kon bijhouden.
    Maar wat heb ik genoten, wat een fantastische muziek heeft Yes met deze albums afgeleverd. Koningen van de symfonische rock. Jon Davison is de perfecte vervanger voor Anderson, Downes een fantastische toetsenist. Awaken en Starship Trooper waren de absolute hoogtepunten voor mij. Fantastisch concert !!!

  3. Elle 24 mei 2014 Reageer

    Ik stond nog geen 2 meter van de geweldige Steve Howe af. Het was duidelijk zichtbaar dat in het begin van het concert de apparatuur van Steve niet goed functioneerde. Steve kan daar zelfs niets aan doen, mag je hem niet kwalijk nemen.

  4. Math 24 mei 2014 Reageer

    Jon Davison is inderdaad, tot nu toe, de beste vervanger van Jon Anderson, wat niet alles wil zeggen. Daarnaast kwam Downes in technisch opzicht toch wel erg veel tekort om de delicate partijen van Rick Wakeman te realiseren, wat met vlagen (b.v. intro Awaken) erg slordig klonk. Howe bleef met grote regelmaat steken in zijn eigen solo’s en had grote moeite het tempo bij te benen. Dat laatste gold ook voor Alan White (fysiek ongemak?)die het tempo af en toe moest loslaten. Alleen Squire en Davison haalden een voldoende over het hele concert.
    Er waren zeker mooie momenten maar die werden te vaak afgewisseld met rommelige uitvoeringen. Misschien begint de leeftijd toch wel zijn tol te eisen.

  5. Kees 25 mei 2014 Reageer

    Weer blijkt dat het unieke stemgeluid van Jon Anderson niet te evenaren is, vooral Going for the one ging voor mij helemaal de mist in qua zang.
    Voor de rest heb ik alleen maar genoten en ja af en toe ging er wel eens iets mis, maar alleen maar respect voor deze mannen.

  6. martien koolen 26 mei 2014 Reageer

    Jon Anderson = Yes, Yes = Jon Anderson. Verder best wel genoten!!

  7. unicapb21 26 mei 2014 Reageer

    Een mooie kans om YES in de op dit ogenblik best mogelijke bezetting nog live te zien. Prachtig om het publiek zo uit zijn dak te zien gaan.

    Er is nog een kans om na te genieten, hier zijn mijn video’s:

    https://www.youtube.com/playlist?list=PLOv4uXsMsmA7Q1788B9IKubHpnXlvGI8V

  8. Ed 26 mei 2014 Reageer

    Ik vond het persoonlijk nog teleurstellender dan deze review. Geen strak samenspel en chemie tussen de bandleden en iedereen staat zijn eigen ding te doen. Een toetsenist en drummer die in het verleden bij Yes hebben gespeeld maar niet passen in de stijl van de 3 albums. Een frontman die qua stem op Anderson lijkt maar geen charisma heeft, tot irritatie toe alleen een beetje heel en weer staat te wiegen op het podium en schijnbaar ook geen recht van spreken als nieuweling want Howe en Squire het woord doen. En dat bij elkaar opgeteld nog geen twee minuten communicatie met het publiek oplevert.
    Veel mensen in de zaal waren enthousiast, maar als ik de stemming in de zaal vergeleek met andere prog concerten was het heel erg matjes. Weinig meezingen, weinig meeklappen … uitgezakte, niet overtuigde gezichten.
    Het enige moment dat het klonk zoals het hoorde was tijdens The Clap … Howe’s solo of akoestische gitaar.
    Dit was de laatste keer Yes voor mij. Ik zet Yessongs thuis nog eens op.

  9. Joost Schreuders 26 mei 2014 Reageer

    De mensen die het niet goed vonden vindt ik azijn pissers,was een goed concert. Doe het maar na op die leeftijd zulke goede muziek live brengen.k ga naar veel concerten,van echte bands die live spelen,van blackmore tot system of a down ,ze maken allemaal fouten so what het is live gespeeld!!

  10. Hannes Minkema 2 juni 2014 Reageer

    Ja, hoor, we moeten allemaal vinden wat Joost Schreuders vindt, want anders ben je een azijnpisser.

    Tjonge Joost, ga jij je eens even in een hoekje zitten schamen.

    Mensen vinden wat ze vinden. Of jij dat nou leuk vindt of niet. Niemand is verplicht om Jon Davison een waardige vervanger van Jon Anderson te vinden. Niemand hoeft de band te vergeven dat ze er hier en daar een ouwe-lullentempo op na houden. Iedereen mag het verschil opmerken tussen Rick Wakeman en een Buggle.

    Zelf vind ik het best aardig dat deze mannen nog een poging doen om iets à la Yes op de planken te brengen, maar muzikaal vind ik het een schaduw van het origineel. Zonder (herinneringen aan) het origineel vind ik deze schaduw weinig aan. Yes drijft op nostalgie, ook in hun visuele presentatie. En nee, Jon D. kan Jon A. niet doen vergeten; en hoe meer hij zijn gemaniëreerde best doet, hoe pijnlijker het verschil blijkt.

    Ik had de band graag samen oud zien worden. Dan had ik ze gemakkelijker vergeven dat er roestplekjes in komen en metaalmoeheid optreedt. Maar afgemeten aan hun eigen retoriek (vooral van Squire) à la ‘de beste bezetting in tijden’ en ‘hernieuwd elan’ kan ik niet anders dan mijn schouders ophalen. Met Davison en zonder Wakeman is er veel teveel water bij de Yes-wijn, die zo prachtig had kunnen uitrijpen.

    En met azijn heeft dat niks te maken.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *