Whitesnake in TivoliVredenburg

“Ik wil dit nummer graag opdragen aan Tommy Bolin en Jon Lord”, spreekt Whitesnake-frontman David Coverdale de volgepakte zaal in TivoliVredenburg toe. De trage baslijntjes van Deep Purple’s You Keep On Moving snorren op de achtergrond voort. Want daar gaat het vanavond immers vooral over: Coverdales tijd bij de rockgoden van Deep Purple. Niet voor niets is Whitesnakes laatste plaat The Purple Album gedoopt. Maar dat betekent niet dat ons vanavond geen lekker ouderwetse eighties hairmetal om de oren vliegt. 

Coverdale nam meer dan veertig jaar geleden met Deep Purple nummers als Burn en The Gypsy op. Maar nu brengt de zanger de songs uit onder de Whitesnake-vlag. In een recent interview met Ultimate Classic Rock vertelde hij dat het een van Jon Lords laatste wensen was om een Deep Purple-reünie te houden. De toetsenist stierf helaas aan de gevolgen van kanker voordat de plannen werkelijkheid konden worden. Coverdale ging verder in gesprek met Purple-gitarist Ritchie Blackmore, maar ze hadden verschillende ideeën over de uitvoering. Het liep dus op niets uit. In de tussentijd had de Whitesnake-oprichter al een aantal Deep Purple-nummers voorbereid en up to date gebracht. Hij wilde zijn werk naar het grote publiek brengen, reünie of niet.

Nieuwste aanwinst
De enorme, blonde haardos van gitarist Joel Hoekstra ziet deze woensdagavond in Utrecht alle hoeken van het podium. Even rechts met zijn haar strooien, dan aan de linkerkant headbangen. En dit alles terwijl de brede grijns geen moment zijn gezicht verlaat, als een snoeihard rockende Cheshire Cat. Tijdens zijn solo’s laat de kat zijn tanden pas echt goed zien; hij tilt zijn instrument naar de hemel en kromt zijn rug en nek naar achteren in onmogelijke posities. Whitesnakes nieuwste aanwinst, toetsentovenaar Michele Luppi, vormt een schril contrast met de opgetogen gitarist. Luppi voegde zich afgelopen voorjaar bij de groep. De Italiaan kijkt stoïcijns voor zich uit terwijl hij de toetsen vaardig bespeelt. Hij werpt zelfs een paar verstoorde blikken het publiek in. Weet hij wel waar hij is? Het is een rockconcert, meneer Luppi! Nadat de eerste nummers door de ruimte schallen, lijkt het publiek echter een glimlach bij hem los te kunnen peuteren.

Selfie
Maar de echte ster van de avond is leadzanger Coverdale. Hij geeft het startsein voor de show uit de Purple Tour door ‘zijn jullie er klaar voor, Utrecht?’ te krijsen terwijl hij de microfoonstandaard horizontaal als verlengde van zijn geslachtsdeel het publiek in laat zakken. Zijn we daar klaar voor? Het voelt ietwat ongemakkelijk hoe de inmiddels 64-jarige frontman een aantal keer de standaard oppakt en zijn kruis er ritmisch tegenaan beweegt. Enfin, het is Coverdale. We zijn het van hem gewend. Voor de rest van zijn set blijven de suggestieve bewegingen beperkt tot een minimum. Een enkele keer struint hij zelfs naar een blonde dame van middelbare leeftijd en geeft hij haar – heel beleefd – een kus op de wang.

De zanger lacht zijn nét iets te witte tanden bloot en bespeelt het publiek zoals Hoekstra en Reb Beach hun gitaar bespelen. Een beetje gladjes is het wel. Hij knipoogt, deelt high-fives uit en gaat zelfs midden in zijn set met een fan op de foto. Tenminste, dat is de bedoeling. “Ben je nou een fucking selfie aan het nemen?”, roept hij uit. “Kom, dan gaan we samen op de foto. Draai je telefoon om.” Coverdale steekt zijn tong uit en buigt naar voren, maar de betrapte selfienemer snapt de hint kennelijk niet. “Heb je hem nu?!”, vraagt de rocker. Hij herhaalt nog een paar keer dat de mobieltjesfotograaf zijn scherm om moet draaien. Hij plaatst zijn open handpalm over zijn gezicht. “Dit is vermoeiend.”

Spotlight
De besnorde gitarist Beach is wat minder gecharmeerd van de vele opgelichte telefoonschermpjes. Aan het eind van het bluesy Ain’t No Love In The Heart Of The City neemt de muzikant de spotlight en begint hij met een zeer geconcentreerde blik aan een solo. Plotseling breekt zijn uitdrukking in een spottende lach en typt hij met zijn handen op een denkbeeldige smartphone, waarna hij – nog altijd lachend – een aantal concertgangers aanwijst. Hoe durf je midden in mijn solo met je vrienden te appen over je weekendplannen?

Hoewel drummer Tommy Aldridge al een dik uur als een malle met zijn sticks aan het smijten is, levert hij tijdens zijn solo niets in aan kracht en snelheid. De blonde afro zwaait wild heen en weer terwijl de 65-jarige muzikant de vellen bewerkt als een gefrustreerde puber. Uiteindelijk gooit hij zijn sticks maar weg en gaat hij, onder luid gejuich en gefluit, verder met zijn blote vuisten.

Ook Coverdales oude bandmaat Ad Vanderberg krijgt net als de vorige keer dat Whitesnake ons land aandeed, zijn moment op het podium. “We hebben koninklijk bezoek, van een Moonking”, kondigt de frontman hem aan. De Nederlandse hardrockgitarist speelt de laatste twee nummers met de band mee.

Niet bang
De eerste helft komt traag op gang. Mensen staan akelig stil en reageren mondjesmaat op Coverdales aanwijzingen. In de laatste minuten van het concert is hier niets meer van over. Tijdens het zoete Is This Love springen de vriendinnetjes op de schouders van de vriendjes, maken mensen hartjes van hun handen en blèren zij uit volle borst mee. Bij het slotnummer, Still Of The Night, wordt stevig geheadbangd en gesprongen. Coverdale sluit de avond af met prachtig gekozen woorden, die geïnspireerd lijken te zijn door de recente gebeurtenissen in Le Bataclan: “Wees veilig, wees gelukkig en laat niémand je bang maken.”

Whitesnake in TivoliVredenburg, Utrecht
Gezien op woensdag 2 december 2015
Foto’s: Bernard Bodt

1 Reactie

  1. Michiel Blijboom 6 december 2015 Reageer

    Dat laatste roept hij al zo’n veertig jaar, aan het einde van élk Whitesnake-concert.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *