Eindelijk, we konden weer naar Best Kept Secret! Deze editie van het festival voor alternatieve muziekliefhebbers was bijna uitverkocht, maar wat wil je dan ook met namen als Nick Cave & The Bad Seeds, The Strokes en alt-J. Maar er was nog veel meer te zien in Hilvarenbeek, van oude bekenden tot nieuw bloed. We zetten onze hoogtepunten op een rijtje!
Best Kept Secret heeft deze editie een kleine metamorfose ondergaan ten opzichte van de vorige jaren: er is meer ruimte voor kleine(re) rand- en nachtprogrammering en juist minder podia voor alleen bands. Toegegeven, we moesten even slikken toen we dat hoorden, maar het heeft goed uitgepakt voor het festival. Overal op het terrein waren plekken ingericht om gezellig te kletsen onder het genot van een biertje, cider of cocktail, of juist lekker te feesten bij een van de vele dj’s – waarvan een flink aantal later of eerder op de dag samen met hun band een ander podium betraden – die op het programma stonden. Het festival had ook ontzettend geluk met het prachtige weer dat de fantastische aankleding en verzorging natuurlijk alleen maar ten goede kwam.
Altın Gün (vrijdag, Stage Two)
Voor festivalbegrippen is het nog vroeg. Hoewel het wel al een paar uur geleden zal zijn dat de aanwezigen hun tenten en koelboxen voorbij een kilometer Brabants weiland en bos sleepten, verkeert nog niet iedereen in hogere festivalsferen. Maar daar zorgt Altın Gün wel voor. De combinatie van eeuwenoude Turkse folk en een ongenadige discobeat dreunt een feeststemming in het publiek van Best Kept Secret. De Nederlands-Turkse psychedelische folkband (die in 2020 werd genomineerd voor een Grammy) zorgt voor veel swingende heupen en handjes die omhooggaan – vooral als zangeres/toetsenist Merve Daşdemir zelf begint te heupwiegen. De hele show lang stopt ze niet met glimlachen en uitbundig meedeinen op haar eigen muziek. Tegen het einde stapt ze zelfs over het hek om te dansen met een paar mensen in het publiek. Terwijl haar medezanger/multi-instrumentalist Erdinç Ecevit vooral stoïcijns voor zich uit staart. [CF]
Mavis Staples (vrijdag, Stage One)
Van het Turkse discogedreun in de Stage Two-tent vertrekken we richting de mainstage. Om kwart over zes schijnt de zon nog volop over de weide. Toegegeven: de transitie is een béétje gek. Van zweterige tent vol dansende mensen naar soul in de open lucht – met een bijna 83-jarige dame in de hoofdrol. Mavis Staples maakte als kind al deel uit van The Staple Singers, de soul en gospelgroep die haar vader oprichtte. Zoals ze zelf ook benadrukt tijdens de show: Staples staat al 74 jaar op de planken. Een tijdsspanne die voor de meeste mensen niet te bevatten is. Zéker niet voor het (in haar ogen) piepjonge publiek. “We’re gonna take a trip down memory lane, to 1970”, aldus de op het podium erg spraakzame Staples. Om zich dan te richten naar iemand in de voorste rij: “You weren’t even born in 1970! We’ve got some teeny boppers over here.” Naast haar eigen werk speelt Staples een opvallend aantal covers, waaronder Can You Get To That van Funkadelic, Talking Heads’ Slippery People en Buffalo Springfields hit For What It’s Worth. Een feest van herkenning voor zowel fans van Staples als mensen die minder bekend zijn met haar werk. Al had dit feest beter gepast op Bospop, North Sea Jazz of een ander festival met meer liefhebbers van klassiekers en soul. [CF]
Leon Bridges (vrijdag, Stage One)
Op hetzelfde podium verschijnt niet veel later Leon Bridges. Mét buckethat en zonnebril die de helft van zijn gezicht bedekt. Bridges lijkt weinig indruk te maken met zijn liefdesliedjes en r&b om bij weg te zwijmelen. Op het einde trakteert hij het publiek wel nog even op Texas Sun, waarmee hij afgelopen jaar met Khruangbin een zomerhitje scoorde. [CF]
alt-J (vrijdag, Stage One)
Geen band klinkt als alt-J. De distinctieve sound van de band is onmiddellijk en over de hele festivalweide herkenbaar. De hoge, nasale stemmen van frontman Joe Newman en toetsenist/zanger Gus Unger-Hamilton komen samen om het onmiskenbare indierockgeluid van de band te vormen. De headliner opent op vrijdagavond van Best Kept Secret met Bane: een nummer van hun nieuwste album The Dream. De adembenemende visuals die achter de band te zien zijn, dragen een groot deel van de show. Op het podium is weinig actie te bekennen. De mannen spelen goed, het geluid is prima (hoewel wel wat veel bas) en tijdens Matilda zingt het hele publiek met Newman mee. Toch komt de show nooit écht op gang. Natuurlijk staat alt-J niet bekend om hun opzwepende nummers en bakken on-stage energie. Maar hier en daar wat improvisatie of in ieder geval iets wat we niet eerder op de platen gehoord hebben, had ze als headliner goed gestaan. [CF]
dEUS (zaterdag, Stage One)
Er wordt geen noot van gespeeld, maar ‘het nieuwe album is bijna af’. Tom Barman, wiens laatste langspeler met dEUS van 2012 dateert, roept het even tussen de bedrijven door. En dus is de show een trip down memory lane. Het werk uit de periode 1994-2012 wordt nog altijd met vuur gebracht en de aanwezigheid van Mauro Pawlowski maakt dat je je toch al een aantal jaartjes terug in de tijd waant. De stergitarist is als vervanger van de door een beroerte getroffen Bruno De Groote (die hem in 2018 nog opvolgde) tijdelijk terug. Hij heeft inmiddels een oude kop, maar neemt nog moeiteloos de befaamde solo in Instant Street voor zijn rekening. [SB]
Big Thief (zaterdag, Stage Two)
De Amerikaanse folkgroep Big Thief is razend populair in jong en ultrahip muziekland. Vooral op Pitchfork wordt de band al tijden de hemel in geprezen, maar ook onze eigen hoofdredacteur Martin Cuppens heeft de groep erg hoog zitten. Dit jaar brachten ze het ontstellend goed ontvangen dubbelalbum Dragon New Warm Mountain I Believe In You uit. In de Stage Two-tent brengen ze hun moderne antwoord op folk ten gehore – inclusief de hit Not, waarbij zangeres Adrienne Lenker op ontwapende wijze haar tekst vergeet. [CF]
Fontaines D.C. (zaterdag, Stage One)
Voor wie de band niet kent: denk Joy Division vermengd met de indierock van nu. Het is niet moeilijk voor te stellen dat Fontaines D.C. ooit begon als dichtcollectief. Frontman Grian Chatten zingt niet zo zeer als dat hij simpelweg lyrics de ruimte in smijt, voorzien van een nasaal, bijna overdreven Iers accent. De man weet hoe hij de postpunkstemming neer moet zetten. Chatten staart het publiek in met kwade, donkere wenkbrauwen en geen greintje plezier op zijn gezicht. Er kan geen lachje vanaf. En het publiek smult van iedere minuut. Intens genieten. [CF]
The Strokes (zaterdag, Stage One)
“We’re rocking out to this postcard shit”, merkt zanger Julian Casablancas terloops op. De lucht is helder terwijl de zon ondergaat en de maan helder boven het hoofdpodium schijnt. Het is inderdaad een plaatje. De 43-jarige frontman ziet er echter uit als een vader op een verkleedfeestje. Zijn piekerige matje, motorhandschoenen en camouflagebodywarmer onthullen dat The Strokes niet meer helemaal van deze tijd zijn. Ook Casablancas zelf lijkt niet helemaal aanwezig te zijn. De ene na de andere vreemde uitspraak verlaat zijn mond. “I’m riding the dragon! I ride the song where it takes me”, roept hij halverwege de show. “I’m not in control.” Oké. Hij lijkt zelf in ieder geval veel plezier te beleven aan zijn bizarre grappen. [CF]
Kikagaku Moyo (zaterdag, The Secret)
Kikagaku Moyo bracht onlangs een prima laatste album uit, maar de Japanners live zien doet pas echt rouwen om hun aanstaande einde. De vijf – met sitarspeler Ryu Kurosawa als blij-virtuoze blikvanger – geven er al jammend blijk van in hun tienjarig bestaan alle synergie-levels te hebben uitgespeeld. Toewerkend van de ene climax naar de andere brengen ze zowel zichzelf als het publiek in een staat van extase. Een ronduit machtige psychrockshow. Er komt overigens nog één laatste kans om de vijf toprockers in Nederland aan het werk te zien, op 22 juni in Paradiso. [SB]
Beach House (zaterdag, Stage Two)
Rond middernacht sluit Beach House de grote tent van het festival af in stijl. De dreampop van het Frans-Amerikaanse duo lijkt wel gemaakt voor die plek in de line-up. Eerder dit jaar brachten zangeres/toetsenist Victoria Legrand en multi-instrumentalist Alex Scally nog het briljante dubbelalbum Once Twice Melody uit en nu kunnen ze dit op de ultieme manier ten gehore brengen: bombastisch, dramatisch, vol overtuiging en perfect uitgevoerd. Het geheel wordt ondersteund door een prachtige lichtshow die het psychedelische element van de muziek nog eens onderstreept. De twee muzikanten – en de drummer die hen live bijstaat – zijn het grootste gedeelte van de show slechts te zien als silhouetten. Tenminste, als je dicht genoeg bij het podium staat om ze te zien, want de schermen ernaast blijven zwart. [EdG]
YĪN YĪN (zaterdag, The Secret)
Na Kikagaku Moyo is er nog een psychedelisch hoogtepunt in The Secret vanavond. Het publiek begint maar alvast wat te fluiten en te klappen, in de hoop dat de show op magische wijze eerder zal starten. Door technische mankementen begint de uit Maastricht afkomstige formatie YĪN YĪN iets later dan verwacht te spelen. Maar al snel staat de propvolle tent uitbundig te bewegen op de zeer dansbare wereldmuziekklanken, net zoals eerder op de dag gebeurde tijdens de dj-set die de frontman van de zanger gaf op het danspodium The Floor. Het meest uitbundige feest van de dag! En dat op de verjaardag van de drummer Kees Berkers, voor wie uiteraard Lang Zal Ze Leven gezongen werd door het publiek. [CF]
black midi (zondag, Stage Two)
Liefhebbers van snoeiharde muziek kunnen hun hart ophalen bij de show van black midi. De experimentele rock van het Britse viertal komt binnen als een tsunami van geluid. Intens, hypnotiserend en vooral heel erg goed. De jongens wringen zich muzikaal gezien in allerlei bochten – avant-garde, jazz, progrock, noise en ga zo maar door – met de snelste gitaar- en drumpartijen die je je maar kan voorstellen. Die spelen ze ongelooflijk strak, alsof het niks is wat ze doen op het podium. De uitdagende blik van zanger/gitarist Geordie Greep maakt het geheel af. De band heeft al twee bijzonder goed onthaalde albums op zak en juli komt daar ongetwijfeld een derde bij. [EdG]
Wolf Alice (zondag, Stage One)
De leden van Wolf Alice lijken het deze zondag enorm naar hun zin te hebben. “We’re not kidding when we say we love it here!”, roept de bassist. “This was one of our first ever festivals. We camped in that car park.” Hij wijst ergens de verte in. Het is inderdaad alweer de vierde keer dat ze op BKS spelen, maar de band is altijd welkom. Frontvrouw Ellie Rowsell betovert het publiek schijnbaar moeiteloos met haar charmante verschijning en prachtige stem. Het ene moment lacht ze maniakaal en brult ze in de microfoon. Het andere moment laat ze weer een loepzuivere, hoge uithaal horen. Als ze klaar zijn met hun set, rennen de bandleden plotseling het podium af. Naar de rand van het meer naast het podium, waar ze in hun onderbroek het water in springen. Niet veel later worden Rowsell en gitarist Joff Oddie door de reddingsbrigade uit het water gevist. [CF]
King Gizzard & The Lizard Wizard (zondag, Stage One)
Als King Gizzard & The Lizard Wizard op je festival speelt, weet je wat je krijgt. En tegelijkertijd heb je geen idee wat er gaat gebeuren. De Australische groep kan namelijk putten uit een gigantische hoeveelheid werk – en bijna iedere show heeft een unieke setlist. King Gizzard is wacky, hoog in energie en maakt de verwachtingen altijd waar. Stu Mackenzies knalgele Flying Microtonal Banana (de gitaar die een hoofdrol speelt op het gelijknamige album) maakt zijn entree en tegen het einde van de show trekt hij zijn shirt en schoenen uit, om in het publiek te ‘zwemmen’. “Bring me to the water!”, roept hij. Het duurt even, ongeveer de hele lengte van de epische song The Dripping Tap, maar honderden handen dragen hem naar het meer, waarin ook hij een korte duik neemt om vervolgens het podium weer op te rennen om snel het bijna twintig minuten durende nummer af te maken. [CF]
Nick Cave & The Bad Seeds (zondag, Stage One)
Natuurlijk is Nick Cave een fenomeen. Ook al kun je geen enkel nummer van hem opnoemen, je hebt van hem gehoord. Hij is een van de bekendste en meest geliefde muzikanten die op deze aardbol rondlopen. Dat is duidelijk. Maar de man in het echt ervaren, zelfs met zijn reputatie in het achterhoofd, is ronduit verpletterend. Het podium is goed gevuld. Drie gospelzangeressen gehuld in engelachtige zilveren jurken ondersteunen Cave en The Bad Seeds tijdens het optreden. Ook staat er een keur aan instrumenten en wordt er gedurende de afsluiter van Best Kept Secret een spectaculaire, maar smaakvolle lichtshow getoond. Nick Cave zelf is een magiër op het podium. Het ene moment lach je om zijn grappen. “This one is for the children”, zegt Cave terwijl hij aan de piano gaat zitten voor O Children. “Which as far as I’m concerned, is everyone here.” Enkele tellen later springen de tranen je in de ogen van de prachtige breekbaarheid van de opvoering. Cave weet continu te zweven tussen humor, tederheid, weemoed en een bombastische intensiteit die bijna iets demonisch heeft. Als koning van de onderwereld spreidt hij zijn armen richting het publiek tijdens Tupelo. Het grootste deel van de tijd staat Cave recht voor het publiek, zijn lange lijf over de voorste rij gebogen. Het publiek in krijsend, zingend, soms bijna fluisterend. “Just breathe, just breathe, just breathe”, blijft hij meermaals herhalen tijdens het de hele show. Iets later aangevuld met: “Just cry, just cry, just breathe, just breathe.” Als een smeekbede aan het publiek (en wellicht aan zichzelf) om te blijven ademhalen. Om te blijven doorgaan, ondanks de pijn. Want pijn zal Nick Cave ongetwijfeld hebben gehad ten tijde van de show. Zoals voor velen al bekend zal zijn, overleed Cave’s oudste zoon krap een maand geleden. Wat de betekenis ervan ook is, het werkt. Alles wat Cave doet, is duidelijk het product van iemand die al decennialang op het podium staat en iedere keer alles van zichzelf geeft. Een meester in zijn vak. Die zijn publiek zowel letterlijk als figuurlijk pijnlijk dichtbij laat komen. Een gedroomde afsluiter van Best Kept Secret. [CF]
Er was ook nog…
Jessie Ware ontpopte zich op haar meest recente album tot discokoningin en maakt die nieuwverworven reputatie vrijdag volledig waar op Stage Two. Ze had dan wel geen band bij zich, maar een viertal dansers en zangers was meer dan genoeg om er een spectaculaire en meeslepende show van te maken. [EdG]
Tijdens Alt-J speelde DIIV de tent van The Secret plat met een psychedelische optreden waarbij liefhebbers van shoegaze en postpunk op hun wenken bediend werden. [EdG]
Zaterdag opende L’Rain The Secret met haar even intense als wonderschone psychedelische soul. Af en toe werd de show van Taja Cheek – die zich overigens op krukken van en naar haar kruk in het midden van het podium bewoog – en haar briljante band geplaagd door technische problemen, maar dat was bijzaak. Intens genieten op de vroege middag! [EdG]
Porridge Radio maakte er later die dag onder leiding van frontvrouw Dana Margulis een flink emotioneel beladen optreden van. De op de kracht van herhaling steunende indierock gaat door merg en been. [EdG]
Cassandra Jenkins wordt zondag in The Secret alleen bijgestaan door drummer Noah Hecht en het klein houden van haar kalme folk lijkt geen ingewikkelde opgave. Toch sneuvelt haar zang regelmatig door een overdaad aan bas. Zonde. Jenkins lijkt zelf overigens niet door te hebben dat met het geluid iets mis is. De sympathieke singer-songwriter benadrukt vooral hoe dankbaar ze is om na de droeve coronajaren weer op een festival als Best Kept Secret te staan. [SB]
Daarna betreedt Nilüfer Yanya met haar band het podium en oogt tijdens de eerste song die ze speelt bloednerveus, maar gelukkig ontdooit de jonge indierocker al snel. Ze laat zien dat haar eerder dit jaar verschenen tweede album Painless ook live staat als een huis. [EdG]
Best Kept Secret 2022
Gezien op 10, 11 en 12 juni
Foto‘s door Anne-Marie Kok
1 Reactie
Hard gewerkt, Caya ! Zo te lezen heb je genoten !